echter, dat het, in weerwil van het verloop des tijds, nog bij voortduring gevraagd wordt, en dat de Uitgever eene goedkoope uitgave raadzaam heeft geacht, ook om de meer algemeene verspreiding te bevorderen. Wij verblijden ons daarover, omdat wij ons overtuigd houden, dat het boek, terwijl het literarische waarde bezit, ook veelzijdig nut kan stichten. De tijden zijn toch nog geenszins voorbij, dat het orthodoxisme zich tracht te doen gelden, en mannen van naam voor de handhaving eener eenmaal aangenomene Kerkleer strijden als met uitgetogen zwaard. Treurige verschijnselen overtuigen er ons van, dat velen nog altijd van het wèlslagen dier pogingen heil verwachten voor de toekomst. En terwijl men aan het gezond verstand het stilzwijgen oplegt, en de een den ander in heiligen ijver napraat, zonder ernstig onderzoek der Schrift, wordt de Gemeente geschokt en het werk des Heeren verwoest. Nu zijn er zeker vele andere gepaste middelen, om het drijven der Formulieren van Eenigheid in de Hervormde Kerk, die hunne historische waarde hebben, tegen te werken en allen die oogen hebben om te zien, van de dwaasheid der meening te overtuigen, dat de Kerk met het verbindend gezag dier Formulieren staan of vallen zou. Maar dat dit geschrift daartoe eene gansch eigenaardige strekking heeft en, vermits het door een leek geschreven is, ligt hier en daar te gereeder ingang vindt, valt wel allerminst te betwijfelen. Hiermede is echter niet gezegd, dat het, zoo als het dáár ligt, geene schaduwzijde hebben zou, om welke Wij de algemeene verspreiding daarvan onder het volk in sommige opzigten minder raadzaam achten moeten. Wij betreuren het o.a., dat hier tegenover de Formulier-regtzinnigen, die in hunne gebreken worden tentoongesteld en scherp gehekeld, geene echt Evangelische mannen optreden, die eene betere opvatting der waarheid voorstaan, en in de Kerkleer naauwkeurig onderscheid maken tusschen hetgeen van het Evangelie afwijkt en daarmede
overeenstemt. Ook komen er, hier en daar, gezegden voor, die, misbruikt, tot grove onverschilligheid in het godsdienstige zouden kunnen leiden. Maar wij meenen desniettemin, dat hier voor een iegelijk in onze dagen veel te leeren valt, en moeten erkennen dat, toen wij ons de moeite gaven, of liever het genoegen verschaften om het bock nog eens weêr in zijn geheel te lezen, de indruk daar-