Antwoord aan den Heer C. Broere, R.C. Priester en Hoogleeraar aan het Seminarie te Warmond, door G. Barger, Pred. bij de Herv. Gemeente te Delfshaven. Te Rotterdam, bij M. Wijt en Zonen. 1853. In gr. 8vo. 39 bl. f :-40.
Het bezadigd woord, door den Heer broere in der tijd tot zijne welgezinde Protestantsche landgenooten gerigt, is, zoo veel wij weten, aan de Redactie van dit Tijdschrift niet toegezonden en valt alzoo niet binnen het bereik onzer beoordeeling. Waarmede de Vaderlandsche Letteroefeningen verdiend hebben om onder de welgezinde Protestanten niet mede gerekend te worden, weten wij niet; maar dit weten we, dat wij het Antwoord van den Eerw. barger, dat wij nog verzuimd hebben aan te kondigen, met genoegen gelezen hebben, ofschoon wij den toon een weinig meer bezadigd en minder scherp zouden hebben gewenscht. Wij zien niet in, al achten wij overigens, onder den invloed der Protestantsche beweging des vorigen jaars, dien toon verschoonlijk, waartoe het dienen moet, den tegenstander zoo veel vinnigs en hatelijks toe te duwen. Zeker, daar is eene edele verontwaardiging, die, eenmaal opgewekt, hare woorden niet al te angstig weegt; maar zoodra de pen gevat is om voor de drukpers te schrijven, moet zij, meenen wij, bekoeld, althans door geloof en liefde bestuurd en geheiligd worden. Voor het overige echter bevat dit tegenschrift veel goeds en waars, en verdient gelezen te worden door elk die gevaar loopt om door broere's bezadigd