De Koopmansleerling. Naar het Hoogduitsch van F. Noback, voor Nederlanders bewerkt door Mr. M.A.M. 's Gravesande Guicherit. Te 's Gravenhage, bij K. Fuhri. 1853. In gr. 8vo. f 2-25.
Dit werkje is hoofdzakelijk geschreven met het doel, om aan jongelingen, die zich aan den handelstand wijden, een juist begrip te geven van hetgeen hen in die loopbaan te wachten staat; hun eenige wenken mede te deelen omtrent hunne pligten en gedragingen, en eindelijk om hen met de eerste gronden van den handel (maten-, munten- en gewigtenstelsel der belangrijkste plaatsen) bekend te maken. In vele opzigten is het boeksken lezenswaardig, hoofdzakelijk wat de vrij uitvoerige schets van eene geschiedenis des handels, en de beschouwing omtrent het nut en de hooge belangrijkheid van den handel betreft. Andere punten echter, ofschoon niet van belang ontbloot, behooren, naar onze meening, minder op Nederlandschen bodem te huis. De hooge waarde der handelscholen, o.a., zal hier te lande nog altijd moeten blijken; daar tot dus ver de sympathie voor de eenige (te Amsterdam) gevestigde nog gering, en het door haar gestichte nut nog niet noemenswaard is. - Ook is ál het gezegde over den koopmansleerling, zijne verpligtingen enz., meer bepaald voor Duitschland geschikt, en kan slechts weinig belang inboezemen hier te lande, waar (gelijk de Vertaler zelf, in de noot op bl. 247, aanmerkt) de Gilden zijn afgeschaft, en waar zelfs gedurende