zelfs van de hoogste klasse’. Wij dachten dus niet, dat het Schoolboek zich geheel zou bepalen tot opgaven ter toepassing van de stellingen en opgaven in het Handboek. Dat is evenwel zoo. Reeds in de Eerste Afdeeling wordt de leerling verzonden naar § 6, bladz. 5, van het Handboek. In de Vijfde Afdeeling (bl. 17) wordt men verzonden naar § 1-6, op bladz. 77; met de aanbeveling evenwel om te zoeken den Zonnecirkel en de Juliaansche Zondagsletter van een twintigtal, tot die Afdeeling behoorende, opgaven. Het Schoolboek behelst dus niets anders dan de praktijk, zoo als men het noemt, van het Handboek. Voor die schoolleerlingen voor welke het Handboek niet te hoog is, werd dit Schoolboek bestemd.
Men moet echter den Heer sluyters den lof geven, dat hij zijne voorstellen belangrijk heeft weten te maken. De opgaven zijn aan de geschiedenis ontleend, en betreffen meestal personen uit de oude of nieuwe geschiedenis; inzonderheid komen er Nederlanders in voor. Zoo lezen wij op bl. 5, No. 11: ‘Hugo de groot, een der grootste mannen van zijnen tijd, werd in 1618 tot eene altoosdurende gevangenis op Loevestein verwezen, waaruit hij echter, in 1621, door beleid van zijne vrouw, maria van reigersberg, geholpen door hare dienstmaagd, elsje van houwening, door middel van eene boekenkist, waarin hij zich verborgen had, verlost werd.’ In die opgave moet, naar aanleiding van § 18 en 19 van het Handboek, gezocht worden, of die jaren al of niet schrikkeljaren zijn. - In de volgende opgave (bl. 41) moet, ingevolge § 12-14, op bl. 119 van het Handboek, gezocht worden naar de Juliaansche Epacta van het daarin voorkomende jaartal. ‘In 1753 werd te Leiden jan david pasteur geboren, een voornaam Schrijver, die de Regtsgeleerdheid beoefende, maar zich ook met vlijt op de Natuurkundige Wetenschappen toelegde. Hij bekleedde onderscheidene aanzienlijke posten, en overleed in tachtigjarigen ouderdom, eene Beknopte Historie der Zoogdieren, en een tooneelspel: De Pruissen in Noord-Holland, nalatende’. Voor zoo veel den behandelden persoon aangaat, behelst deze opgave menige onnaauwkeurigheid. De omwenteling van 1795 vond hem Ontvanger der Convoijen en Licenten te 's Gravendeel; van toen af ontmoet men hem op het tooneel der Staatkunde;