- En dan? - vroeg roger.
- Dan storten we ons van gindsche rots in zee; dan zwemmen we naar het schip, en bereiken dat - of komen om in de golven. Ik voor mij ben liever dood, dan hier nog langer in slavernij te verkwijnen.
- Als gij u redden kunt, antonio! - antwoordde roger - dan zal ik met meer onderwerping mijn lot dragen. Één ding echter moet ge mij beloven: ge moet mijn ouden vader opzoeken; en als hij nog leeft zeg hem dan.....
- Wilt gij dan de proef niet met mij wagen?
- Ik kan niet zwemmen, antonio!
- Ik wel, roger! Ge houdt u vast aan mijn gordel: als 't God behaagt, zal ik u zóó redden.
- Maar dat zou niet gaan; uw leven zou gevaar loopen! Neen, dat gebeurt niet! Red u alleen!
- Ik heb mijn besluit genomen, roger! ge gaat mede! Maar de wachters hebben het oog op ons, en onze makkers zijn óók niet te vertrouwen....Daar luidt de klok, ik moet weg - tot morgen!
De volgende morgen brak aan; maar het gewone uur waarop de slaven hunne gevangenis moesten verlaten, verstreek, en men had hen nog niet tot den gewonen arbeid opgeroepen. De Spanjaard achtte in wanhoop de kans op redding reeds verloren; terwijl zijn vriend niet wist of hij zich over dat oponthoud verheugen of bedroeven moest. Eindelijk echter voerde men hen weder naar het werk; doch een wachter, die in de nabijheid bleef, belette hen zich met elkander te onderhouden. Antonio moest zich vergenoegen met zijn vriend te bemoedigen, door de blikken steelsgewijze nu en dan op de zee te rigten en op het schip dat steeds nader kwam; maar hij brandde van ongeduld. Eindelijk, tegen den avond, waren zij alleen.
- Welaan! - riep de Spanjaard - Nu of nooit!
- Neen - sprak roger - ik wil niet dat gij 't leven om mijnentwille verliest! Ga alleen! Vaarwel! Red u! Ik smeek er u om! Verzuim geen tijd! Denk somwijlen aan mij, en vergeet niet mijn ouden vader!...Ga nu!
- Hoe, roger! durft ge niet? - Moed gehouden, mijn vriend! wij zullen beiden gered worden! Het oogenblik is