Bladvulling.
(Ingezonden.)
Toen sostratus, voor Koning ptolemeüs philadelphus, den vuurtoren op het eiland Pharos had gebouwd, beitelde hij op 't marmer zijn eigen naam, overdekte dien met eene laag van marmeren pleister, en stelde dáárop des Koning naam. Zoo eigende hij zich een gedeelte toe van den lof der nakomelingschap; want het pleister was niet tegen den invloed van eeuwen bestand, maar moest ten laatste wegbrokkelen, en zijn eigen naam zigtbaar doen worden. Tegenwoordig hebben de uitvoerders van belangrijke werken niet meer noodig zulke streken te verzinnen, wijl zij weten dat hunne namen voor altijd bewaard blijven in de historie. Wij dachten echter onwillekeurig aan sostratus, toen wij op 't gegoten voetstuk van 't standbeeld van rembrandt - in zoo ver metaal vereeuwigen kan - ook den gieter van 't beeld vereeuwigd vonden. - Als er nog méér standbeelden aanstaande zijn, zouden wij de vraag niet ongepast vinden: of de namen van hunne ontwerpers en gieters niet maar alleen in de geschiedenis behooren.
x.