Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1853

David stuart van Dunleath. Een verhaal uit den tegenwoordigen tijd. Uit het Engelsch van Carolina Norton.Met eene opdragt aan H.M. de Koningin der Nederlanden. II Deelen. Te Amsterdam, bij P.N. van Kampen. 1853. In gr. 8vo. 608 bl. f 6-:

Dit verhaal is bestemd om de gebreken, die den mensch ook bij goede neigingen aankleven, en den invloed dien zij op het lot van anderen kunnen hebben, in het licht te plaatsen, en de Schrijfster is niet ongelukkig geweest in de keus der karakters, en de behandeling der stof.

Sir john raymond, Generaal in Engelsche dienst, is gehuwd met eene weduwe, die uit haar eerste huwelijk eenen zoon, godfried, heeft, en bij welke hij eene dochter, leonore, heeft verwekt. Hij sterft in het gezigt der vaderlandsche kust op zijne terugreis uit de Koloniën, na zijnen secretaris david stuart tot voogd over zijne dochter te hebben benoemd.

David stuart is een jong, knap, bevallig mensch. Zijn vader is bezitter geweest van Dunleath, maar heeft zoo achteloos

[p. 662]

en verkwistend geleefd, dat Dunleath in eigendom is overgegaan aan zijnen niet over-eerlijken rentmeester christison. De jeugdige voogd gaat bij Lady raymond wonen en onderwijst leonore, of liever wordt met hare geheele opvoeding belast. De Lady, eene naar ziel en ligchaam zwakke vrouw, vindt dat het gemakkelijkst, en laat leonore vervolgens, ook als volwassen maagd, geheel vrij in den omgang met haren knappen voogd. - De gevolgen daarvan blijven niet uit. Leonore vat liefde voor david op, die wederkeerig haar genegen is. Hij hoopt en wenscht Dunleath eenmaal terug te koopen, maar speculeert om daar middelen toe te krijgen, met leonores vermogen, en verspeelt dat geheel.

Godfried, de zoon van raymond, een man van strenge begrippen van regtvaardigheid, en even streng van zeden, doet zijne moeder het onbetamelijke beseffen van de vertrouwelijkheid tusschen zijne zuster en david, dien hij heeft doorzien. Leonore wordt nu aan de opleiding eener jonge weduwe, margaretha, toevertrouwd, en gaat met deze naar Londen, waar Sir steven penrhyn haar leert kennen, en, ofschoon zij geen vermogen meer heeft, ten huwelijk vraagt. Zij wordt tot haar ongeluk de echtgenoote van dien ruwen, zedeloozen mensch, en david gaat naar Amerika.

Rondom deze personaadjen zijn een aantal bijpersonen gegroepeerd; onder anderen: Lord peebles, met Lady macfarren, de zuster van Sir steven, een gierig en hardvochtig wezen; emma, de echtgenoote van godfried, een eenvoudig, goed schepsel; tib christison, de dochter van den lateren eigenaar van Dunleath, die het tot Gravin peebles brengt; fordyce, een braaf geestelijke en vader van emma; de goede Hertog van Lanark en zijne coquette gemalin.

De uitkomst is: dat david met Miss margaretha huwt; Lord peebles met tib, en Sir steven met.....Doch wij mogen wel zeggen, dat eer dit alles gebeurt, david het vermogen van leonore herwonnen heeft, en aan haar terugbrengt, waarbij wederzijds vroegere wenschen weder levendig worden. leonore wil van Sir steven scheiden en david niets liever dan die scheiding bevorderen; maar zij wordt belet door de strenge beginselen van godfried. Eindelijk sterft leonore, en daarop volgen die veranderingen.

Het werk is met talent geschreven. De vertaling en correctie zijn goed, en over het algemeen is de uitvoering fraai.