leert kennen, aan zulk een togt verbonden, en niet allen ontkomen de gevaren, waaraan hij is blootgesteld. Intusschen veranderen de tooneelen van station tot station, en de Schrijver zal waarschijnlijk meer bepaald in dat opzigt den titel gekozen hebben, met een blik op de dikwerf veranderende toestanden van den held der geschiedenis.
Lodewijk arundel komt in het ouderlijke huis van buiten 's lands terug, bij zijne moeder die weduwe en zijne zuster rosa die vaderloos is geworden. Hij zoekt eene betrekking die hem in staat kan stellen om zijne moeder en zuster te verzorgen. Op de aanbeveling eens vriends wordt hij gouverneur bij een half idiotisch kind, ten huize van den Generaal grant. Hij leert daar anna, de dochter des Generaals, kennen. Anna is eene schoonheid van den eersten rang en daarenhoven een engel; geen wonder, dat hij liefde voor haar opvat, want in het hart van een gouverneur is dikwerf meer plaats voor de liefde, dan in dat van een Lord. De Generaal heeft twee neven: Lord bellefield en leicester; de eerste is een domme, trotsche erfzoon; de tweede een goedhartig jongeling. Lord bellefield is de door den Generaal begunstigde pretendent van anna; en leicester bemint eene andere zeer rijke dame, de vriendin van anna. Het gelukt lodewijk zijnen kweekeling, walter, eenigzins te ontwikkelen; hij redt anna het leven, wordt gewond, op het ziekbed geworpen, en spreekt ijlende zijne gevoelens over haar uit. Lodewijk heeft ook een vriend, frere genaamd, die op rosa verliefd raakt. Na eenige jaren verlaat hij den Generaal, om de vernederende behandeling van bellefield, en de hopeloosheid van zijne liefde voor anna. Hij begeeft zich naar Venetië, wijdt zich aan de schilderkunst, en wordt een der voortreffelijkste meesters van Italië. Daar is ook leicester, die gehuwd en gelukkig is, en met wien hij weder in aanraking komt.
Ook de Generaal komt te Venetië met anna, en evenzeer Lord bellefield en frère. De ontknooping nadert: Lord bellefield leeft voor het spel, wordt geruïneerd en door een ouden vijand doorschoten; lodewijk ontdekt in zijne papieren dat hij een neef van walter, en zelfs de regtmatige eigenaar is van de titels en goederen, welke deze geërfd heeft door vermeende kinderloosheid van lodewijks vader. Daarop volgt de echtverbindtenis tusschen den held en de heldin van den