eigenlijk Lord newark, volstrekt niet gekomen met het oogmerk om partijschap aan te kweeken, of zijne landgenooten te bevechten. Maar de listige eigenaar van het kasteel bij wien hij zijn intrek nam, wist hem al den schijn te geven, als of hij een partijganger ware, en deed dat met het plan om zich langs dien weg meester te maken van zijne grondbezittingen; zoo als hij zich ook het bezit had verschaft van het kasteel en de goederen zijns broeders, ten voordeele van een allerbekoorlijkste nicht, die hij op het kasteel in bewaring hield, onder de hoede van eene oude huishoudster, zijne eenigste vertrouwde. Henry smeaton, ofschoon aanvankelijk onbekend met de voorvallen van de regtmatige eigenaars van het kasteel, leerde er de aanvallige emmeline waardeeren, en het karakter van haren bewaker doorgronden; vreemd genoeg bleef hij blind voor den strik die hem-zelven gespannen werd, en bespeurde hij niet, dat zijn knecht hem verraadde. Deze huurling stond in de soldij van een neef zijns meesters, die emmeline dacht op te ligten, naar Frankrijk te voeren en daar te huwen, doch niet om haar-zelve, maar om haar vermogen; ten einde daarmede zijne eigen verbraste fortuin te herstellen. De aanslag mislukt evenwel door de onversaagdheid van henry smeaton. Later, toen deze de deugden en goede hoedanigheden van emmeline had leeren kennen, wijdde hij haar geheel zijn hart en leven, en toonde dat, in de moeijelijke omstandigheden, waarin de woelingen dier dagen hem bragten; terwijl ook zij toonde zich eenig en boven alles aan hem te hebben toegewijd. - Tegenover de baatzucht van den kasteelbewoner, de geslepenheid van diens handlangers, de dwaasheden van de leiders der Jacobitische zamenspanning, en de laaghartigheid van den gemelden neef, blinken het rustig karakter en het edel gemoedsbestaan van henry smeaton en
emmeline in treffenden glans. De onderneming der Jacobitische partij om den Hannoverschen Keurvorst, zoo als zij george I noemde, te verdrijven, is niet opgesmukt: het eigenbelang der raddraaijers; het onzamenhangende der handelingen; het gebrek aan bekwame leiders, en het onbekookte van het geheele plan, is naar waarheid vermeld; maar ook het portret van george I is niet gevleid. Wij mogen ook niet verzuimen om eene zonderlinge personaadje te noemen, dien wij overal hebben ontmoet: een gieter van looden beelden, van noost