Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1853

Gewijzigd ontwerp van Wet tot regeling van het Armbestuur, met de nieuwe Memorie van toelichting, door de Regering ingediend aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal, in de zitting van 15 Febr. 1853, benevens het Eerste ontwerp van Wet, met zijne Memorie van toelichting, ter vergelijking, en het voorloopig Verslag van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Te 's Gravenhage, bij K. Fuhri. 1853. In gr. 8vo. VI en 116 bl. f 1-10.

Zie hier hoe de Uitgever in zijn voorwoord te regt deze verzameling aanbeveelt: ‘Ofschoon de Wet tot regeling van het

[p. 645]

Armbestuur nog slechts als ontwerp bestaat, meent de uitgever het publiek toch geene ondienst te doen door de mededeeling van dat ontwerp, gelijk het bij Koninklijke boodschap van 15 Februarij jl. bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal werd ingediend, en van de officiële stukken, die zoowel omtrent deze als omtrent de vroegere wetsvoordragt tot regeling van het Armbestuur bestaan. Die uitgave heeft te meer waarde, omdat de Memorie van Toelichting bij het laatst ingediende ontwerp het antwoord bevat, op de bedenkingen in het Voorloopig Verslag der Tweede Kamer ten aanzien van het oorspronkelijk ontwerp van Wet geuit.

Zij, die belang stellen in deze gewigtige quaestie, zien zich dus in staat gesteld, om, in eene beknopte ruimte, alles bijeen te hebben, wat tot dus verre met betrekking tot de Wet op het Armbestuur tusschen Regering en Vertegenwoordiging is voorgevallen; terwijl, wanneer die Wet door de Staten-Generaal zal zijn aangenomen, in hetzelfde formaat en met dezelfde letter als dit boekje, de verdere officiële bescheiden, en de beraadslagingen der beide Kamers over de Armenwet gehouden, bij den uitgever in het licht zullen verschijnen. De koopers van dit werkje kunnen zich daardoor in het bezit stellen van eene volledige verzameling, van al hetgeen door de Regering en de Staten-Generaal over deze hoogst gewigtige Wet gezegd en geschreven is.’

Maar wat is nu gebeurd?

Er is omtrent dit gewijzigd ontwerp ook een Voorloopig Verslag uitgebragt op den 13^den April 1853, te vinden in het Bijblad van de Nederlandsche Staatscourant, 1852-1853, Bijlagen, blz. 603-617; - en daarbij is de zaak blijven rusten. Men was toen reeds in het midden der gebeurtenissen (het verslag zelf draagt er sporen van!) die den toenmaligen Minister van Binnenlandsche Zaken en zijne niet teruggetreden ambtgenooten hebben doen vervangen.

Het zou das wenschelijk zijn, dat de Uitgever dezer verzameling, volledigheidshalve, ook dat nieuwe verslag deed afdrukken, aan de koopers ronddeelen en bij de nog onverkochte exemplaren voegen; opdat al de retroacta van die ongeboren Wet bijeenblijven.

Dan - en zonder die bijvoeging zelfs - zal deze verzameling zeer gemakkelijk en bruikbaar zijn, vooral ook ter

[p. 646]

vergelijking met het nieuwe ontwerp, hetwelk de tegenwoordige Minister van Binnenlandsche Zaken aan de Kamer beloofd heeft nog vóór nieuwjaar te zullen leveren.

Zelfs voor bezitters van het Bijblad van de Staatscourant heeft deze verzameling gemak en waarde, omdat het veel nazoeken in verspreide bladen altijd lastig is, en bijzonder ook omdat de verschillen tusschen het eerste en gewijzigde ontwerp met veel juistheid aan den voet der gewijzigde artikelen zijn aangewezen.