het denkbeeld van den Generaal-Majoor h.j.j.l. Ridder de stuers om, aan elken soldaat, die, na volbragten diensttijd in Indië, zich aldaar wil vestigen, eene gratificatie te verleenen, gelijkstaande met het bedrag der som welke hij aan het land zou kosten, van het oogenblik af dat hij zijn korps verlaat, tot dat hij zijn afscheid te Harderwijk erlangt; om daarmede als landbouwer in Indië te beginnen, en in zijne eerste behoefte te voorzien. Vervolgens komt het plan ter sprake waarbij eene Europesche volkplanting op het eiland Coram wordt voorgesteld.
Onzes inziens beoordeelt de Schrijver die verschillende ontwerpen onpartijdig, doch wij vinden ook zijne beschouwingen hier en daar oppervlakkig en vlugtig. Die minder grondige behandeling kan te wijten zijn geweest aan den wensch waarvan in het ‘voorwoord’ gesproken wordt, om ‘dit boekje vóór den aanvang der algemeene beraadslagingen over de begrooting van het dienstjaar 1853’ te doen verschijnen.
In den loop zijner redeneringen verwijst de Schrijver naar de proef van Kolonisatie in Suriname, die zoo deerlijk is tegengevallen. De menschen derwaarts gezonden, waren niet allen bekwame landbouwers, en spiegelden zich, in weerwil van de daaromtrent gedane vertogen, een leven voor van gemak, dat bij de uitkomst niet verwezenlijkt werd, en waarvan 't gemis, met andere teleurstellingen vereenigd, tot ontmoediging en mislukking der volkplanting aan de Saramakka leidde.
Verder maakt de Schrijver melding van het aanleggen der Etablissementen in de Peperbaai, de Meeuwebaai en de Maraksbaai, allen achtervolgens aangelegd in Straat Sunda, doch om de groote sterfte, de eene na de andere verlaten. Zoo als deze het bewijs hebben geleverd, dat alle nieuwe ontginningen op het verlies van menschenlevens komen te staan, even zoo hebben het Etablissement te Toboalie op Banka, en het Fort Du Bus in Merkus-oord op Nieuw-Guinea, vooral het laatste, doen zien, dat dergelijke etablissementen, op niet te kleine schaal behooren te worden aangelegd, of men moest de kans van wèlslagen van den aanvang af onmogelijk willen maken. - Indien iets dan was het Fort Du Bus het toonbeeld van den eersten aanleg eener volkplanting, zoo als die niet behoorde te wezen.
Eindelijk gaat de Schrijver tot het bewijs over, dat in