Elk Hoofdstuk, van het zesde af, wordt met eene vergelijkend ontleedkundige beschrijving besloten, die de verschillende stelsels en de zintuigen omvat.
In sommige Hoofdstukken wordt de beschrijving door onderhoudende en soms leerzame verhalen afgewisseld, terwijl in enkele, zoo als bij de vierhandige zoogdieren (de apen) ook andere betrekkelijke onderwerpen ter sprake komen.
Wat in het bijzonder dit werk onderscheidt is het verband, waarop telkens gewezen wordt, tusschen de verschillende dierklassen, waardoor een gehéél wordt verkregen, hetwelk voor den leerling zoowel als voor den ongeoefenden lezer eene rijke bron van opmerking en bewondering oplevert.
Van welk gezigtspunt de Hoogleeraar zijne beschrijvingen beschouwt, kan men uit het opschrift van het Eerste Hoofdstuk opmaken; en Ref. acht het een hoogst verblijdend verschijnsel, dat zulk een degelijk en beroemd vaderlandsch geleerde dit beginsel is toegedaan, en met zooveel kracht en overtuiging verdedigt; niet zoozeer omdat Ref. ook deze meening deelt, want hij gevoelt daarvan de luttele waarde, maar omdat het een krachtige steun is tegen de materialistische rigting van onzen tijd, die, om hare daaruit voortvloeijende zedelijke en godsdienstige begrippen, wantrouwen inboezemt voor de beoefening der natuurkundige wetenschappen.
Het oordeel van Ref. over dit werk heeft hij reeds in het begin van deze aankondiging uitgesproken, en ofschoon dit geschrift geene aanbeveling behoeft, hoopt hij nogtans iets te hebben mogen bijdragen om dit schoone, degelijke en boven zijnen lof verhevene geschrift, waarvan het vervolg met verlangen te gemoet wordt gezien, in de handen van allen te brengen, die op beschaving aanspraak willen maken, en prijs stellen op uitbreiding van kennis, die hier tevens zoo aangenaam wordt medegedeeld.
Druk, papier, letter en omslag beantwoorden aan het werk en doen ook de Uitgevers eer aan.
l.h.v.