De broodzetting onnut, schadelijk, ongeoorloofd. Door Mr. j. van kuyk. Te Leiden en te Amsterdam, bij j.h. gebhard en Comp. 1852. In gr. 8vo. VI en 47 bl. f :-50.
Onze broodzetting nuttig, voordeelig, geoorloofd. Wederlegging der brochure getiteld: de broodzetting onnut, schadelijk, ongeoorloofd, door Mr. j. van kuyk. Te Amsterdam, bij L.F.J. Hassels. 1852. In gr. 8vo. 18 bl. f :-20.
Het eerste dezer werkjes heeft niet slechts eene Staatshuishoudkundige waarde door het onderzoek der op den titel vermelde vraag, maar ook eene geschiedkundige beteekenis, naardien in de 32 eerste bladzijden wordt aangetoond: 1o. dat de broodzetting reeds vóór (lees: in) aloude tijden heeft bestaan; en 2o. dat er een tijd geweest is, dat de broodzetting, in verband met andere wetten, nuttig en noodzakelijk was. Wij bevroeden niet, waarom de S. dit grootste deel van den inhoud zijner brochure op den titel heeft verzwegen. Zou welligt het Staatshuishoudkundig pleit omtrent het nuttige of onnuttige, schadelijke of voordeelige, geoorloofde of ongeoorloofde der broodzetting er bij gewonnen hebben, indien de S. alleen dááraan 47 in plaats van 16 bladzijden gewijd had? Zeker is door deze brochure het pleit niet voldongen; gelijk reeds daaruit blijkt, dat een ongenoemde Schrijver gemeend heeft in 18 bladzijden vlak het tegendeel van dat betoog te kunnen leveren. De billijkheid eischt echter te erkennen, dat de ongenoemde S. niet veel nieuws heeft voorgedragen. De eenige grond waarop hij onze broodzetting verdedigt is deze, dat zij slechts een maximum van prijsbepaling stelt, en den bakker vrijlaat om beneden de zetting te verkoopen; maar, - ofschoon ieder gaarne zal toestemmen, dat zulk eene bepaling van maximum minder zwarigheid oplevert dan eene volstrekte regeling van den prijs der koopwaar door de overheid, -