de verzen van het eerste bedrijf van het beleg van Leyden, zoo als die in de beide uitgaven staan, met elkander vergeleken, om de geibaakte veranderingen na te gaan. Naar dat bedrijf te oordeelen, bepalen zij zich hoofdzakelijk tot de spelling en 't verbeteren van drukfeilen. Maar ook de nieuwe druk is niet geheel zonder fouten gebleven. Wij vonden: Ach, en Ach! Helaas, en Helaas! en op bladz. 6, in de verzen 14 en 16 v.o.: zijn in plaats van hunn'; waardoor de gezegden in de beide verzen niet op het volk, maar op van der werff toepasselijk schijnen. Drie veranderingen merkten wij op; voor:
'k Schat Valdez waarlijk hoog; mijne achting is regtvaardig.
Wij kennen Spanjes doel, 'k wil Valdez roem niet krenken.
Ik stem in alles 't geen den val der stad vertraagt
heeft de nieuwe druk op bladz. 3, 7 en 13:
Ik schat de Valdez hoog, mijne achting is regtvaardig.
Wij kennen Spanje. Ik wil de Valdez roem niet krenken.
Ik stem in alles wat den val der stad vertraagt.
Maar van de beide lezingen is, naar óns gevoelen, die van van merken het verkieslijkst. Ofschoon de naam des Spaanschen bevelhebbers werkelijk is de valdez, heeft de Dichteres hem alleen valdez genoemd; vermoedelijk, onder andere redenen, omdat de hoorder (verzen zijn voor 't gehoor), als de acteur niet zéér duidelijk spreekt, het voorz. de niet houdt voor een deel van den naam, maar voor den uitgang van 't woord dat voorafgaat, en hier nu verstaat: ik schatte; ik wilde. In het derde der verzen heeft van merken het woordje wat, hetwelk als voor de hand lag, waarschijnlijk niet gebruikt, om 't reeds overvloedig aantal aa's, die dit vers minder welluidend maken, niet nog te vermeerderen, en het nu bestaande tusschenrijm: ‘in alles wat den val der stad’ te vermijden. - De spaarzaamheid des beroemden Uitgevers in het maken van veranderingen bewijst overigens in welke goede handen het beleid van dezen herdruk gekomen is. Wij onderwerpen dáárom met des te grooter gerustheid aan zijn beter oordeel de vraag: of 't niet, om méér dan eene reden, ware te verkiezen den inhoud der nog volgende deelen met dien van den ouden druk gehéél te doen doen overeenkomen; behalven in de spelling.
De Heer t. geeft aan het slot der Inleiding den wensch te