ter van den Vierden eduard, de zuster der ongelukkige prinsen. Door dit echtverbond smolten de Lancastersche en Yorksche Huizen ineen, en de bloedige veeten, die dertig jaren lang Engeland verscheurd en tachtig leden uit het geslacht der Plantagenets te vroeg naar het graf hadden gesleept, werden bijgelegd; ten minste hadden latere uitbarstingen geen kracht genoeg om den regerenden Vorst van den zetel te verdringen.
Het huwelijk met eene prinses uit het Huis van York was hendrik door de omstandigheden opgedrongen en een last, dien hij op het hart der koningin deed nederkomen. Verwaarloosd door haren gemaal sleet zij een vrengdeloos leven. Dit verbitterde de vrienden van haar geslacht, en zij zochten zich te wreken, door mededingers naar de kroon op te werpen. Vooral beleedigde de Koning met die onverdiende minachting der koningin hare tante margaretha, de hooghartige weduwe van karel den Stoute.
Meer dan eens had men 't gerucht doen loopen, dat de prinsen in den Tower niet vermoord waren, maar in 't verborgene leefden. Hoe zeer de koene onderneming van lambert simnel, die zich voor een zoon des Hertogs van Clarence, die zijn dood in een wijnvat had gevonden, uitgaf, was mislukt, en zijn rol van troondinger met die van keukenjongen in 't paleis verwisselde, werd er weldra eene proef genomen, om een anderen kustmatig afgerigten indringer op den troon te plaatsen.
In de Nederlanden verkeerde in geringen stand een zeker jongeling, perken warbec geheeten. Zijn vader was een gedoopte Jood, die toegang had aan 't Engelsche hof. Deze jongeling geleek sprekend op Koning eduard, zoodat men later meende, dat hij de vrucht was van een verboden omgang des Konings met zijne moeder. Die verwonderlijke gelijkheid gaf der hooghartige weduwe van Bourgondië, in wier tegenwoordigheid hij gebragt werd, den moed zich van hem te bedienen tot het bereiken van hare staatszuchtige en wraakgierige oogmerken in Engeland. Er was inderdaad veel, dat een gunstigen uitslag beloofde. De jongeling vereenigde alles in zich, om de natie te doen gelooven, dat hij de tweede zoon des vroegeren Konings was; niet alleen had hij edele trekken, maar ook zijn karakter en edele manieren pleitten voor eene