de Wed. L. van Hulst en Zoon. 1852. Met titels en vignet in steendruk. In gr. 8vo. 719 bl. f 7-50.
De voortreffelijke Schrijfster handhaaft door dezen roman ten volle den roem, dien zij zich, ook ten onzent, in dit vak van letterkunde heeft verworven. Ofschoon ook hier geen ingewikkelde knoop ten grondslag ligt van het verhaal, weet zij nogtans, vooral door juiste en afwisselende karakterteekening, de aandacht tot aan het einde toe levendig te houden. Zij doet dat hier in weerwil van een paar teleurstellingen voor de lezers, die, ofschoon zij weten dat het maar eene verdichte geschiedenis zij, toch zoo gaarne een gelukkig lot gunnen aan degenen die zij hebben lief gekregen en aan ramp en leed hebben ter prooije gezien. Wij doelen op eleonora en edwin, doch willen overigens door mededeeling van den afloop de verrassing niet benemen aan hen die dezen roman nog niet gelezen hebben, en daartoe door onze aanbeveling worden uitgelokt.
Randal, de hoofdpersoon, is met breede en uitvoerige trekken geschilderd. In zijne sombere hardheid wekt hij afkeer; maar die afkeer wordt getemperd door de herinnering, dat hij een diep beklag verdient wegens de twee gebeurtenissen, die zijn leven verbitterden; zijn afkeer van priest is in ons oog niet genoeg gemotiveerd. De tooneelen in Ierland behelzen maar al te zeer waarheid, en hetgeen er van de Katholijke geestelijkheid in dat land voorkomt, is insgelijks niet uit de lucht gegrepen; ten minste de sluwheid van het Jezuïtisme wordt in sullivan naar het leven voorgesteld.
De stijl is, gelijk die der overige romans van onze bekwame Schrijfster, onderhoudend, en hare beschrijving van voorvallen en natuurtafereelen levendig. Ook de vertaling verdient in het algemeen den lof van zich aangenaam te laten lezen; doch over hare getrouwheid kunnen wij niet oordeelen, daar wij 't oorspronkelijke niet onder de oogen hebben gehad. Enkele stijfheden had de overzetter ligt kunnen vermijden. Zoo spreken vader en zoon bij ons elkander nooit aan als ‘mijnheer’; en al staat dat te regt zoo in het Engelsch, de Vertaler had dat behooren te veranderen: een roman is geen thema, die men letterlijk moet overbrengen. Zoo staat er in een gesprek: ‘ik weet dat snippen naar uw' smaak zijn’ (D. I,