| |
Geschiedenis van den jongsten tijd, sedert den val van Napoleon tot op onze dagen. In eene algemeene beschouwing voorgesteld door Dr. K. Hagen, Hoogleeraar in de Geschiedenis en Staatkunde te Heidelberg. Vrij bewerkt naar het Hoogduitsch, door Mr. P. Bosscha, Hoogleeraar in de Geschiedenis en Letter- | |
| |
kunde te Deventer. Derde Deel. Te Sneek, bij van Druten en Bleeker. 1852. In gr. 8vo. XVI en 323 bl. f 3-15.
Bij de aankondiging van het Tweede Deel hebben wij aangemerkt, dat 't niet het laatste zijn kon; - thans ontvangen wij reeds een Derde Deel, voorloopig van dit werk het laatste. Wij zeggen voorloopig; want de Schrijver sluit hier met het jaar 1840, maar doet in de verte het uitzigt schemeren op nog twee Deelen, die de lezers zóó verre zullen brengen, als zij regt hebben te verlangen. Hij geeft wel de belemmeringen op, die hem nog in den weg staan; maar deze ontslaan hem niet van het eens gegeven woord. Wij zouden ook haast gelooven, dat de loop der uitgave van de berekening eens ervaren boekverkoopers getuigt, en alzoo verordend is om hun die zoo ligt klagen over onverwachte uitbreiding een slot op den mond te leggen, of liever, om een verlangen naar méér op te wekken waar anders eene beschuldiging over te véél zou zijn opgeweld.
De auteur heeft rijkelijk deel gehad in de lotgevallen van 't verwarde acht-en-veertigste jaar onzer veel bewogene eeuw; dat jaar hetwelk velerlei woeling, maar, vermits het aan groote mannen haperde, geene enkele grootsche daad heeft voortgebragt! Het is inderdaad alsof er oproer geweest ware op eene groote-kinderenschool; en zij die deze verwarring hebben veroorzaakt, of er zich door lieten opwinden en medeslepen, moeten de gevolgen er van voor lief nemen. Wie zich in eene branding werpt, heeft geen regt tot klagen als hij op eene rots te land komt. De Fransche dronkenschap is ontnuchterd aan den voet des troons van een Autokraat, die aan de Newa-boorden de kunst van regeren schijnt geleerd te hebben; en Duitschlands eenheidsdroom lost van lieverleê zich weder op in het genadige regt van landsvaderlijken willekeur. Kinderen die op school zoo stout en baldadig zich aanstellen, moeten onder den plak terug worden gebragt: dat ligt in de orde der dingen. Men wordt waar men rijp toe is. Van mannen van gezond verstand, gelijk Dr. hagen, is 't te betreuren, dat zij zich aldus lieten bedwelmen. Wij gunnen hem echter gaarne zijne dwaling, indien hij er zich gelukkig in gevoelt; maar verblijden ons, dat zijn werk, hoewel niet van eenzijdigheid vrij te spreken, toch van den in- | |
| |
vloed dier groote opgewondenheid is verschoond gebleven.
Dit Derde Deel bevat het vijfde en zesde boek. Het vijfde behandelt den strijd en de zegepraal van den vrijzinnigen vooruitgang.
Het vorige Deel was geëindigd met den ondergang van 't ongelukkige Polen. De Schrijver wijst nu op het Staatkundig belang van dezen val en den invloed dien hij moest uitoefenen op het lot van Europa. Hij schetst vervolgens den Staatkundigen strijd in Duitschland tot den zomer van 1832, die zich onderscheidde door spiegelgevechten in de Wetgevende Kamers, over wetten bij welke de teruggaande regeringen veld wonnen op de partij van vooruitgang, die van haren kant heul zocht in eene vrijheid meer door reglementen omschanst, dan zich in 't leven ontwikkelende. Wie beklaagt het niet, dat mannen, gelijk börne, als standaarddragers der vrijheid optraden: zij mogten den bondschoen dragen, maar hun verwilderd brein bragt enkel lust tot afbreken voort, en liet hun geen tijd om aan opbouwen te denken. Willens of onwillens gaven zij aan de regeringen reden op reden om voor den vooruitgang terug te deinzen. Van dien aard waren ook het Hambacher feest en andere openbare vertooningen. Wij zeggen met den Vertaler:
‘Eene zoodanige vergadering [te Hambach in Mei 1832] waar zulke redevoeringen gehouden, zulke kreten aangeheven worden, is openlijk verzet tegen de bestaande regering, is dadelijke poging tot hare omverwerping, en men kan haar hct regt niet betwisten, zulke daden krachtdadig tegen te gaan.’
Het gevolg er van was, dat de Bondvergadering en de bijzondere regeringen besluiten namen die de volksontwikkeling belemmerden. Deze uitkomst was alleen aan 't onverstand der heethoofden te wijten.
Het Tweede Hoofdstuk schetst de gunstige tijdstippen voor hat Liberalismus. Eerst zet de Schrijver, of voor ditmaal de Vertaler, een voet op den Belgischen grond; want déze heeft het Nederlandsch-Belgische vraagstuk op een Hollandsche leest geschoeid: - het spreekt van zelf dat Dr. hagen de Belgen in 't gelijk stelde. Wij danken den Heer bosscha voor de wijze, waarop hij het gedrag van Koning willem I regtvaardigt. De tijd is, Gode lof! voorbij, waarin het smaak was, dien veelbeproefden Vorst met het slijk der ondankbaarheid
| |
| |
als in 't aangezigt te werpen. - Daarna handelt hagen over de zegepraal der reformbill in Engeland, door schrikwekkende manifestatiën, die Brittanje met eene regering van 't gepeupel bedreigden, gewonnen. In Frankrijk zien wij 't burgerkoningschap, worstelend tegen oproeren, zoo als er te Lyon een uitbrak, en dingende naar rijke inkomsten; - gesteund door het Ministerie casimir perier en bestreden door de vrijzinnigen in de Kamer. Vervolgens zien wij den Kerkelijken Staat aan troebelen prijs gegeven: eene regering beneveld door het stof der middeleeuwen, en een volk bedwelmd door den walm der vrijheid, zonder bewustheid van pligt. De Oostenrijkers mengen zich in dien chaos, casimir perier doet Ancona bezetten, dat de Franschen met gejuich, den banvloek des Heiligen vaders met spotternij ontvangt. Men bond het vloekschrift aan een stok, en hechtte 't, bij wijze van vaandel, aan eene luchtballon die men opliet.
Het Derde Hoofdstuk betreft de wending der zaken door lodewijk philips, die zegevierende over de Legitimisten en over de oproerige republikeinen, hoewel sidderend aan de partij van den teruggang de hand reikt, waarvan de eerste gevolgen in den Kerkelijken Staat ondervonden worden.
In het Vierde Hoofdstuk wordt de terugwaartsche beweging op Duitschen bodem vervolgd. De lezer wordt schier moede van het eentoonige in de worsteling tusschen regering en volk; zoodat het mislukte oproer te Frankfort zeer te pas eenige afleiding aanbiedt: hoewel 't tevens de dwaasheid doet betreuren van dolzinnigen, die, om zich eenen naam te maken, de rust des volks op het spel zetten, en zelf de ketens smeden, waarmede het absolutisme de vrijheid kan breidelen. Hunne bedoelingen verliezen dan ook 't vertrouwen in de Stenden-vergaderingen, ofschoon deze nog hier en daar de reactie veel werks geven. Deze zegevierde nogtans, door zedelijke kracht met stoffelijke magt gepaard aan het onbesuisde drijven tegenover te stellen.
Het Vijfde Hoofdstuk beschrijft de woelingen der uitgeweken Polen, Italianen en Duitschers in Zwitserland. Dáár ontmoeten wij ook mazzini, in wiens brein het ei werd uitgebroeid van 't jonge Italië, dat onder den Hesperischen hemel voor alsnog de levenslucht niet verdragen kan. De aanslag op Savoije loopt af met de overweldiging van een tolhuis, en
| |
| |
bewerkt de maatregelen van de Groote Mogendheden, om in Zwitserland de aanslagen der droomers van een jong Europa te beteugelen.
In het Zesde Hoofdstuk wordt men naar de Citadel van Antwerpen verplaatst, waar het geweld met kanongebulder het regt overschreeuwt, doch Nederland zijne vijanden zelfs evenwel hoogschatting en eerbied inboezemt.
Van daar gaat de Schrijver naar Portugal en Spanje. In Portugal bestrijden twee broeders elkander, in schijn om beginselen, doch inderdaad om het bezit der troon. Zeker liepen hunne karakters niet verre uit elkander; want beiden gaven evenzeer aan wraakzucht toe. - In Spanje wordt de Salische wet buiten werking gesteld, Don carlos van den troon geweerd, en de deur geopend voor den terugkeer van den Constitutionelen regeringsvorm. De bloedige onlusten op het Schiereiland hadden de Quadruple-Alliance ten gevolge, waarbij, zoo als hagen beweert, lodewijk philips zijne gewone dubbelzinnige rol speelde.
Het Zevende Hoofdstuk wordt geopend met een blik op den Spaanschen burgerkrijg, waarin zumalacaragui onverwelkelijke lauweren won. De oorzaken die den arm der Christinoos verlamden, worden niet over 't hoofd gezien. Nu wordt de Iersche zaak behandeld; doch tamelijk eenzijdig voorgesteld. Aan eenzijdigheid, trouwens, maakt de Schrijver zich wel méér schuldig. De Vertaler heeft dat reeds doen uitkomen, ten aanzien van het Nederlandsch-Belgisch vraagstuk. 't Is gewoonlijk het geval bij hen wier bril niet zuiver wit is: en even zoo bij de dusgenaamde vrijzinnigen. Ook hunne onzuivere glazen verkleuren de voorwerpen, maar zij brengen er de vrijzinnigheid door in eene kwade reuk. Wezenlijke vrijzinnigheid haat alles wat vrijheid belemmert; zij heeft de volle vrijheid, ook de vrijheid van vooroordeelen lief. - Nog een ander staaltje van eenzijdigheid merken wij op, waar hagen 't partijverzinsel als waarschijnlijk voorstelt, dat de moord-aanslag tegen lodewijk philips op den 19den November 1832 een kunstgreep zou zijn geweest, van de policie-zelve uitgegaan. De daarop gevolgde aanslagen hebben de valschheid dier uitstrooisels genoeg bewezen. Evenmin getuigt het van zijne onpartijdigheid, dat hij, zonder zijn beweren te staven, de opstanden van Lyon en Parijs in April 1833 voor- | |
| |
stelt als door de agenten der policie met opzet te weeg gebragt. De historie moest voor den geschiedschrijver te waardig, te deftig zijn, om vuile partij-geruchten en erkende waarheden door elkander te hutselen.
Men bewondert onwillekeurig de bekwaamheid waarmede Frankrijks Koning en Ministerie, trots allen tegenstand, de drukpers beperkte, de volksvereenigingen belette, het volk ontwapende, en de werkzaamheid der Jury ontkrachtte. Of zij geregtigd waren dat te doen, zou echter betwijfeld kunnen worden. In allen gevalle was elke hunner maatregelen om den stroom der revolutie te keeren, een vonnis tegen henzelven, die alleen door de revolutie op den troon en op 't kussen zaten. 't Was dus te voorzien dat een storm als die in welken zij waren opgekomen, hen eenmaal ook weder zou doen vallen. Dit verklaart mede de Staatkunde des Konings, die naar vastheid streefde, en uit persoonlijk belang zich aan het stelsel der absolute Mogendheden meer en meer aansloot.
Met de beschouwing hiervan eindigt het vijfde boek.
Het zesde boek opent een ruim en helder gezigt over den Staatkundigen toestand van Engeland tot 1839. De worstelstrijd op het Pyrenesche schierëiland boeit vervolgens de aandacht. Dr. hagen slaat er de politieke ontwikkeling gade tot aan de omwenteling van la Granja, waar een sergeant met de bajonet in de vuist, het Hof de Staatswet voorschrijft. Hij vestigt nu ook den blik op Don carlos, den zwakken van geest en hart, speelbal der partijen, en toch verlangende naar de kroon gelijk de kinderen naar speelgoed. Vervolgens beschouwt hij Spanjes inwendige Staatsontwikkeling, of verwikkeling, tot aan de vlugt van christina, en het regentschap van espartero. Ook voerden de partijen in Portugal een levendigen strijd, tot dat de liberale partij de bovenhand verkreeg, en de terugwerking met een beslissende nederlaag eindigde.
Het volgende Hoofdstuk schetst den verwarden staat van Griekenland, sedert den moord van Graaf capo d'istria tot aan de eerste regeringsjaren van Koning otto.
Door het Vierde Hoofdstuk wordt men verplaatst naar het Oosten, bij 't onderdrukken van den opstand in Botnië en den eersten krijg van mehemed-ali met de Porte. Men ziet er uit hoe de Russische Staatkunde die van Frankrijk en
| |
| |
Engeland verschalkt en een onbepaalden invloed op den Divan verkrijgt. - Door de kronkelingen der Russische en Engelsche politiek in 't Oosten wordt men verder in 't Zesde Hoofdstuk rondgeleid; maar soms vat men onder 't lezen eenigen wantrouw op en vermoedt onwillekeurig, dat de Schrijver ook hier weder ziet door zijne gekleurde glazen. Althans voor ons verraadt hij eene groote mate van eenzijdigheid, die hem, zijns ondanks misschien, onbillijk maakt. De geëerde Vertaler-zelf zal dat gewis niet ontkennen. Wij vinden voor onze bewering een nieuw bewijs in de behandeling der Servische aangelegenheden. Hagen is vol afkeer van ál wat Russisch is, en vol ingenomenheid met de Whigs in Engeland. Wat ook de Russische invloed in Servië goeds uitwerke, alles geschiedt, volgens hem, uit onzuivere beweegredenen, zonder dat hij - 't spreekt van zelve - die onzuiverheid bewijst of bewijzen kan. Als echter een Engelsche Konsul, opzettelijk naar Servië gezonden, om voor den Russischen invloed den Engelschen in de plaats te dringen, den dwingeland milosch wint, en ondersteunt, en hem Brittanjes bescherming belooft, en daarvoor een voordeelig handelsverdrag bedingt, dan schuilt de fout bij den Diplomaat. - Overigens zal men den Schrijver met genoegen volgen op zijnen weg door Wallachijë, Moldavië en Bosnië, en ook gaarne kennis maken met de Montenegrijnen, die tegenwoordig nieuwe verwikkelingen dreigen te brengen in het Oostersche vraagstuk, dat eerst dán volledig zal zijn opgelost, wanneer de kruisbanier op de Sint-Sophiaas-Kerk te Konstantinopel zal zijn opgestoken.
Voorts werpt Dr. hagen een blik op 't indringen der Russen in Circassië en hunnen triomf op de Staatkunde der Britten. Een breed veld is voor die beide kolossale Staatsmagten in Azië geopend, en de lezer wordt er henen geleid, om beider inzigten en staatkundige handelwijzen zoowel in Perzië als bij den oorlog met de Afghanen te leeren kennen. Hoe vlugtig de Chinesche oorlog worde behandeld, men bloost over een grootmoedig volk hetwelk zich tot sluikhandel verlaagt, in een artikel dat een pest aanvoert erger te duchten dan de cholera. Maar hagen beschouwt de zaak alleen uit een staatkundig oogpunt.
Kortelijk worden de opstand in Canada en de botsing tusschen Engeland en Rusland in de Amerikaansche aangelegen- | |
| |
heden vermeld. De belangen dier beide volken druischen allerwegen tegen elkander in: in Griekenland, in het Turksche rijk, op de Zwarte zee, in den Kaukasus, in Midden-Azië, in China, tot in Noord-Amerika ontmoeten zij elkander vijandig. En toch heeft de wrijving van die elkander afstootende krachten een gunstigen invloed gehad op het scheppen van nieuwe waterbanen en handelswegen, waarvan het slot van dit Hoofdstuk gewaagt, en langs welke de versnelde gemeenschap met Oost-Indië plaats heeft.
In het Zesde Hoofdstuk wordt de behandeling van 't Oostersche vraagstuk voortgezet, en een helder licht verspreid over de Fransche handelsinzigten op de Middellandsche zee. Men bewondert de geslepenheid der Russische politiek, die Lord palmerston naar hare wenken leidt en Frankrijk buitensluit. Het viervoudig Verbond opzigtens de Porte en Egypte was haar meesterstuk. - Vreemd, als een tusschenbedrijf, valt hier eene paragraaf in over Frankrijks ontwikkeling van 1836 tot 1840, die echter, meer verwarring dan vooruitgang, de voorbereiding wel mogt heeten tot de uitbarsting van 1848. - Het Hoofdstuk eindigt met de oplossing van het Turksch-Egyptisch vraagstuk, waarbij mehemed-ali tot het bezit van Egypte wordt teruggedrongen, Engeland zich den landweg over Suez verzekert, en Rusland der Porte aanzienlijke voordeelen bezorgt op den Onderkoning, die 't lot van het Othmanische rijk in zijne hand heeft gehad.
Het Zevende Hoofdstuk brengt ons weder in den doolhof der Duitsche politiek, waar de zelfzucht, dat éénige punt van Duitsche eenheid, ieder beheerscht; terwijl Rusland zijn vischtuig in troebel water uitzet. De eigendunkelijke vernietiging der Hanoversche Staatsregeling verontwaardigt den Schrijver, gelijk zij Europa verbaasde.
In het Achtste Hoofdstuk betreden wij een kerkelijken grond vol doornen en distelen. Op den strijd der Hiërarchie, welks eindbeslissing nog in het verre verschiet ligt, wordt een helder oog gevestigd. Onze Staatsmannen mogen 't dáár geschrevene lezen en behartigen! Wij noemen het land gelukkig, waar volk en vorst de godsvrucht eerbiedigen; maar beklagen elke natie, waar priestergezag, verzakende het Christelijk beginsel: ‘mijn rijk is niet van deze wereld’ de wet stelt, en het maatschappelijk leven zoowel als de regering
| |
| |
boven het hoofd wast. Wat kan burgerlijke vrijheid baten, waar verstand en hart gekluisterd zijn en elks geweten onderworpen is aan een mensch, die voor God geldt? Heeft zelfs de meest autokratische Vorst nog gezag, wanneer hij loopt, als een kind, aan den leiband van eenen biechtvader? - Hagen geeft de houding en rigting van de vleugelmannen der Hiërarchie naauwkeurig op, en de gelukkige worsteling in onze dagen bewijst genoeg, dat zij hunne maatregelen niet in den blinde, maar in onderling verband en naar welberaden, grondig doordachte plannen genomen hebben. - Hij verhaalt ook den Keulschen twist met den onverdraagzamen Kerkvoogd droste vissering, in welken de Pruisische regering kordaat begon, doch weifelend voortzette, en Rome ten slotte meer won dan verloor.
Wij hebben reeds over te veel ruimte beschikt om ook nog uit te weiden over hetgeen de Schrijver zegt betreffende de godsdienstige en letterkundige ontwikkeling binnen (?) het Protestantismus, op Duitschen grond. Hollandsche hoofden en harten bedanken beleefdelijk voor zulk eene ontwikkeling, als waarop Dr. hagen roem draagt. Nederland heeft nog, God zij dank! geene heines voortgebragt; het heeft nog geene zangers gebaard, die God als een onding (unhold) lasteren en de émancipatie van het vleesch, dat wil zeggen, van onbeteugelde dierlijke lusten bezingen en verheerlijken. Wij gunnen den Schrijver ook zijne lofrede op strauss en de met hem verwante school; doch begeeren er voor ons noch voor onze lezers eenig deel aan.
Het werk eindigt met een scherp gevatten terugblik op het verledene en op de eerste verschijnselen van 't Socialisme, dat den Schrijver ruime bouwstof zal leveren voor 't vervolg.
De Schrijver ziet diep; maar hij heeft de Hand die alles bestuurt dikwijls losgelaten. Daarom stelt hij met welbehagen de volken voor, zoo als zij buiten, zonder, en ondanks God zich zoeken te ontwikkelen. Maar die ontwikkeling buiten God is eene Babelsche verwikkeling en verwarring, welke alleen de Hoogste, álles besturende Hand te zijner tijd weder zal kunnen ontwarren, en ook gewisselijk ontwarren zal; want vooruitgang is het devies der schepping. Evenwel kan men uit dit werk leeren; het bevat zelfs véél, dat behartiging verdient, al kunne men den Schrijver geen onverdeelden bijval schenken,
| |
| |
Wij bevelen 't inzonderheid hun aan, die prijs stellen op bekendheid met de Staatkundige gebeurtenissen in Europa, sedert den val van napoleon. Het kan er hun ook thans reeds duidelijk uit worden, hoe 't mogelijk zij, dat een neef van napoleon weder als Keizer heerscht. Gerustheid omtrent den duurzamen vrede der wereld boezemt het werk niet in. De vulkaan zwijgt wel, maar is niet uitgebluscht. Frankrijk was rijp voor een coup d'état, waarom zou Europa niet rijp kunnen zijn voor een coup de main!
h.
j.h.s.
|
|