en de waarde der Grieksche overzetting van het O.T., gewoonlijk de septuaginta genoemd. Onder het lezen dachten wij onwillekeurig: wat hebben de tegenwoordig studerende jongelingen in hulpbronnen vooruit boven hen, die vóór dertig jaren de Akademie bezochten! - Mogen zij er ook krachtiger door opgroeijen!
Zoo veel wij kunnen nagaan is er geen enkel vak, dat niet met zorg wordt bearbeid. Over de Bijbelsche oudheid gaat een helder licht op, uit de ‘Feesten’, zoo als die in hunnen grond, aard en strekking beschreven worden. Het artikel ‘Gevangenis’ is zeer uitvoerig en vooral merkwaardig, om den scherpzinnigen blik geworpen op het lot der tien stammen, en op den letterkundigen strijd, door den Hertog van Manchester uitgelokt, waaraan ook in ons Vaderland Dr. ottema en de Leidsche Hoogleeraar rutgers hebben deel genomen. Wij danken ook bijzonder de Schrijvers van de artikelen ‘het Heilige graf’ en ‘Graven’. Niet minder uitgewerkt zijn de artikelen betreffende de Christelijke leer. Dat over den Heiligen Geest getuigt van des Schrijvers diepe, ruime, veelomvattende Bijbelkennis, die ons eerbied inboezemt; hoewel zijne beschouwing van den Heiligen Geest niet de onze is. Even voortreffelijk is het artikel ‘God’, waarin gehandeld wordt over Gods wezen, eigenschappen, en betrekking tot de wereld en den mensch. Op het Christelijk standpunt had er bijgevoegd kunnen worden, en: gemeenschap met den mensch.
Bij het artikel ‘Heilig’ heeft het ons eenigzins bevreemd, dat de Steller niet tot den Egyptischen oorsprong van het woord, de gedachte die, en het gebruik dat er van gemaakt werd, is opgeklommen. Van de Egyptische priesterkaste ging het toch in de reinigende hand van mozes over op het Israëlitisch volk, als een volk evenzoo afgezonderd van de gansche Heidenwereld, als de priesters in Egypte dit waren van alle de overige volkstammen huns lands.
Op 't geen in het artikel ‘Ezau’ van diens verzoenlijkheid gezegd hebben wij iets aan te merken: ons is het nergens uit gebleken, dat de gedachte aan zijn vader, wiens einde nabij scheen, hem zijn moordzuchtig plan heeft doen opgeven. Zijn gewapende optogt ter begroeting van een terugkeerenden broeder, en de aanvankelijke weigering van diens aangeboden geschenk, doet ons denken, dat hij zijn oorspronkelijk voorne-