der voormalige Chefs, van den Generaal-Majoor, Jonkh. h.i.j.l. Ridder de stuers, getiteld: ‘De vestiging en uitbreiding der Nederlanders ter Westkust van Sumatra.’ Bij gezet onderzoek nogtans gaven alras de hartstogtelijke toon en ingenomenheid met eigen meeningen en gevoelens geen grooten dunk van de onpartijdigheid der behandeling. - Professor p.j. veth, die de uitgave van dat werk had op zich genomen, en er eene uitvoerige ‘Inleiding’ heeft bijgevoegd, heeft sedert eene ‘Geschiedenis van Sumatra’ gegeven, die alleen in De Gids voorkomt, en zeker niet algemeen is bekend geworden. - De Militaire Spectator heeft enkele stukken betreffende dien langdurigen en bloedigen oorlog opgenomen, doch ook juist die épisodes deden te meer in het oog springen, wat er nog altijd te dien opzigte ontbrak.
Dat ontbrekende: eene geschiedenis der krijgsbedrijven van het Nederlandsch Indische leger, ter Westkust van Sumatra, heeft de overste lange thans geleverd. Hij heeft zich daardoor veel danks verworven bij zijne wapenbroeders, en bij de achtergeblevenen van hen, welke in dien oorlog zijn gesneuveld of omgekomen, of ook na hunne deelneming aan die wapenfeiten zijn overleden. Ook de geheele Natie heeft bij die geschiedenis een wezenlijk belang: want zien wij de dappere daden onzer landgenooten op Sumatra - waaromtrent zoo dikwerf is beweerd, dat men nimmer het ware der gebeurtenissen zou vernemen - in een helder daglicht gesteld, en met gepasten en welverdienden lof geboekstaafd, dat zal andere dappere mannen te meer aanvuren, om hun voetspoor te drukken en de regten van Nederland in Indië te helpen handhaven.
Het Eerste Deel der geschiedenis van den overste lange behelst de krijgsbedrijven onder den Luit.-Kolonel raaff, den Majoor laemlin, den Kolonel h.i.j.l. Ridder de stuers, den Luit.-Kolonel elout, den Majoor michiels, den Luit.-Colonel p.f. vermeulen-krieger, den Majoor de quay, den Generaal-Majoor riesz en anderen tot en met het verblijf van den Commissaris-Generaal j. van den bosch ter Westkust, tot op diens vertrek naar Batavia den 15den October 1833, nadat hij alvorens den Luit.-Kolonel j.h.c. bauer tot militairen Kommandant had benoemd. - De bij dat Deel behoorende kaart der Westkust gaat van een weinig benoorden