voor den beschaafden stand, door Dr. h.j. nassau. Derde, omgewerkte druk. Te Groningen, bij J. Römelingh. 1853. In gr. 8vo. 317 bl. f 2-50.
De zonderlinge titel van Oudaardrijks-kunde doet reeds dadelijk vermoeden, dat er ook in dit boek wel iets zonderlings zal voorkomen; en dat vermoeden wordt door elke bladzijde bevestigd: een vreemdsoortige bouw van volzinnen, een ongewone woordenkeus, en een - laat ons zeggen - bizarre spelling komt ons allerwege te gemoet.
De Heer nassau schijnt, volgens de Voorrede, alleen genoegen voor honorarium gekregen te hebben. Dat is eene karige belooning voor zulk een langdurigen arbeid. Maar zijn honorarium zou dan toch zeker grooter zijn geweest, als hij het boek gezuiverd had van de duizend en een misslagen, die hij zelf weet dat er in worden aangetroffen.
Voor een schoolboek tot beoefening der oude aardrijkskunde en geschiedenis (wij zullen den S. in zijn spelling niet volgen) is het boek veel te beknopt. Het geeft óf te veel, óf te weinig.
Bovendien bevat het boek voor de studerende jeugd een gevaarlijk voorbeeld. De Heer nassau vertaalt belangrijke plaatsen uit verschillende schrijvers, en hij plaatst die tusschen aanhaling-teekens. De studerende jeugd moet dus modellen van vertaling voor oogen hebben. Dat dit zoo niet is, zullen wij straks in transitu aanstippen.
Het spreekt van zelf, dat wij het geheele boek niet kunnen doorloopen: derhalve geven we maar de losse op- of aanmerkingen, ons naarmate wij het doorbladerden, in de gedachte gekomen.
Pag. 3. | Andere namen van Italië. Voeg er bij: Opica, Tyrrhenia. - Ausonia. Men vergelijke daarbij festus in v. - Gallia Togata: ook Citerior. |
P. 4. | Met een gescheidenen hoofdmond. De Padus liep eigenlijk met zeven monden in zee. |
P. 5. | D'Alpes: voeg bij: of witte bergen: de Sabynen zeiden Alpus voor Albus. Fest. in v. |
P. 6. | Catullus, een niet onberoemd dichter. Wij zouden zeggen: de zoetvloeijendste der Romeinsche dichters. - Verona. Behalve van catullus, was het ook de geboorteplaats van vitruvius. - Bedriaeum. Nog liever: Betriacum; Gr.: Βετριακάν. |