beknopt en duidelijk behandeld en uit de ondervinding van Engeland en Schotland toegelicht.
In 1840 zag te Londen archibald alison's werk: The principles of population (II vol.) het licht, een boek vol geschied-, menschen- en volken-kennis, waarin alleen eene wel wat overdrevene vooringenomenheid met Engelsche instellingen, gezien uit het standpunt der High church party, doorstraalt. Het werk is evenwel ook voor ons vastelandbewoners boeijend en aangenaam te lezen. Op iedere bladzijde spreekt dat edele nationale gevoel, dat den fijnbeschaafden Brit zoo bij uitstek wèl staat, en die heldere en puntige redeneertrant, welke hunne uitgelezen Schrijvers onderscheidt. Een van de beste Hoofdstukken van dit werk is het XIIe van het IIe Deel, getiteld: a legal provision for the poor; over Staats-armenzorg en Armentax. Het is hiervan dat de Nederlandsche lezer thans eene zeer goede vertaling ontvangt, die in niets, of 't moest zijn in netheid en sierlijkheid, eene vrouwenhand verraadt.
Daar nog andere plaatsen in a. alison's boek op hetzelfde onderwerp, de Engelsche armenverzorging, betrekking hebben, worden deze (bl. 86 tot 111) hier wedergegeven, waaraan zich dan (bl. 111 tot 131) eenige gelijksoortige uittreksels aansluiten uit het werk van archibald's neef, den geneesheer w.p. alison e Edinburg: On the management of the poor in Scotland. Het onderhoud der armen in Schotland berust in den regel meer op de Kerkelijke en partieuliere liefdadigheid. W.p. alison, zijne aandacht op de armenzorg vestigende, had dus in het veld zijner waarneming eene geheel andere praktijk vóór zich, dan zijn Engelsche naamgenoot. Evenwel komt hij tot geheel dezelfde theorie, het noodzakelijke en heilzame der Staats-armenzorg. - De Schotsche alison heeft zich een wèlverdienden roem verworven als bestrijder van malthus' onzalige leer omtrent zoogenoemde overbevolking. Ook daarom wenschen wij hem vele Nederlandsche lezers toe, om de Malthusiaansche gezindheid van sommige onzer jonge Staatshuishoudkundigen tegen te gaan.
Prof. tydeman's Voorrede voor den arbeid van zijne echtgenoote getuigt, als zoo vele andere zijner geschriften, hoe hij met een warm hart en helder hoofd, kennis en deel blijft nemen van quicquid humanum est, en nog altijd is de volijverige, werkzame man, zij hij ook sinds jaren rustend Hoogleeraar.
Druk en uitvoering zijn zeer net,