Preek, naar aanleiding van Luk. XVIII: 31-34,over de geringe belangstelling der Christenen van onze dagen in de hoogst belangwekkende lijdensgeschiedenis van onzen Heer; gehouden in de Broeder-Kerk der Hervormde Gemeente van Kampen, op Zondag den 15 Februarij 1852, des avonds. Door H.A. Benit,Predikant bij de Evang. Luthersche Gemeente te Kampen. Te Kampen, bij K. van Hulst. 1852. In gr. 8vo. 23 bl. f :-30.
Ofschoon wij met deze leerrede als voortbrengsel van kanselwelsprekendheid niet hoog loopen, en gelooven dat de Eerw. benit haar zeer wel terug had kunnen houden, doen wij evenwel hulde aan zijne goede bedoeling, en wanneer zich in de Kampensche Gemeente zulk eene geringe belangstelling in de jaarlijksche prediking van 's Heilands lijdensgeschiedenis doet opmerken, dan heeft hij - zij het maar een eenvoudig woord - toch een woord van waarheid en wijsheid gesproken, toen hij in de stad zijner inwoning voor eene Zuster-gemeente optrad. Doch waarom dat woord openbaar gemaakt? Waarschijnlijk in de overtuiging, dat dergelijke flaauwheid ook elders wordt aangetroffen; en mogt dat, hier of daar, het geval zijn, dan bevelen wij daar gaarne aan, wat de belangstelling in het herdenken van eene wel bekende, maar altijd onbeschrijfelijk belangrijke geschiedenis kan vermeerderen. Of echter onthouding van feesten en vermakelijkheden wel de ware maatstaf zij van de bedoelde belangstelling, valt te betwijfelen; hoewel ook wij het daarvoor houden, dat benit volkomen gelijk heeft wanneer hij ten aanzien van vasten enz. zegt: ‘Wat bij de Roomsche broederen te veel geschiedt, vindt bij ons te weinig plaats.’