vooruit en achteruit gaan. Wie is in staat den loop der zon te veranderen? Maar 't is eene andere vraag, of wij 't regt aan onze zijde hebben, als wij de vorige dagen verachten en verguizen. Verachten is gemakkelijk; doch in 't miskennen steekt geene verdienste. De grootheid en het goede, dat wij geërfd hebben, liggen niet in de bouwvallen van vroegeren tijd, maar in 't geen het voorgeslacht gevoeld, gedacht en gedaan heeft. Zonder hun loftrompet te willen steken, hebben wij eerbied voor hen, die, in eenzame cellen, zonder de hulpmiddelen welke onzen tijd zoo ruim ter dienste staan, de ingewikkeldste vraagstukken onderzochten, bepaalden en beantwoordden; die dáár op hunnen leerstoel stonden met schatten van kennis toegerust, als ware de rijke mijn eener geheele boekerij in hun brein besloten. Wij bewonderen de helden, zoo krachtig, fier en stout, die, ontvlamd en bezield door godsdienst, moed en liefde, de zedeloosheid bestreden, de onschuld verdedigden, en de vrouw verheerlijkten.
De middeleeuwen hadden behoefte aan monniken en ridders, om de volksontwikkeling te bevorderen; - wij kunnen hen ontberen, maar bewaren wij het goede dat zij te weeg bragten! Zij hebben aan hunne bestemming voldaan, in weerwil van hunne gebreken, die voor een gedeelte te wijten zijn aan den toestand waarin zij leefden, en aan de middelen die zij moesten aanwenden om zich te handhaven. - Maar wat zijne bestemming bereikt heeft, sterft weg of overleeft zich-zelven. Het laatste zien wij in de ridders, het eerste in de kasteelen en burgten, hunne voormalige woonplaatsen.
Het zou ondankbaar zijn de bedrijven van het voorgeslacht moedwillig aan de vergetelheid prijs te willen geven. De stift der historie, het penseel en de teekenpen, en het genie der poëzij bewaren ons voor die blaam. Ook de Heeren van lennep en hofdijk maken die allen met talent aan de waardeering van het voorgeslacht op nieuw dienstbaar. Zij hebben zich vereenigd tot een werk, dat, als 't door hen met blijvende zorg be-