Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1852
(1852)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 678]
| |
zijn als het teeken des kruises op de spitsen onzer Kerken; zij zijn als de standaard aan het hoofd des legers; zij zijn de banieren in den grooten kamp van licht en duisternis, de vanen der Christenheid, gesierd met het wapen onzes Konings, waaronder allen zich scharen en vereenigen tot één doel, één strijd onder één hoofd, één leidsman - en elk zijn schild draagt tot teeken: eene kribbe en een kruis, waarboven eene duive, omkransd met den olijftak des vredes en den palm der zegepraal.’ Jammer, voorwaar, dat de wereld kans heeft het Christendom te dooden met zijne eigene feesten, door, namelijk, den Christen te verleiden om den tijd tot feestviering bestemd, en met dien tijd zich-zelven en anderen te ontheiligen. Onmiskenbaar zijn de feestboekjes, die van tijd tot tijd het licht zien, dienstig om den Christen de oogen te openen, en zijn ingesluimerd godsdienstig zedelijk gevoel weder te doen ontwaken. Daartoe kan ook dit boekje van elise het zijne bijdragen. Het geeft de indrukken weêr, welke de Christen op die heugelijke dagen ontvangt. De grootste helft van het werkje is gewijd aan eene beschouwing van het lijdend leven en sterven van den Eenigen, die ons zulke heerlijke gedenkdagen geschonken heeft. Ofschoon wij hier noch de diepte van inzigt, noch de fijnheid van opmerking herkennen, die ons in de ‘Blikken’ der Schrijfster verrast hebben, kunnen wij toch het lieve boekjen aanprijzen bij elk die behagen vindt in stichtelijke lectuur. |
|