Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1852

Dr. Karel Gützlaff herdacht. Door H.C. Voorhoeve, Predikant bij de Hervormden te Harlingen. Ten voordeele van het Nederlandsche Zendelinggenootschap. Te Rotterdam, bij van der Meer en Verbruggen. 1851. In gr. 8vo. 30 bl. f :-40.

Het was eene gelukkige gedachte van Heer voorhoeve, om eene ure, bestemd tot het gebed voor de zaak der zending, ten deele te wijden aan de herdenking van den onvergetelijken gützlaff. Treffend was de treurmaar, dat de Apostel van China door den Almagtige van zijne zending was weggenomen. Hoewel deze merkwaardige man een ruimer werkkring koos, dan het Nederlandsch Zendelinggenootschap hem aan konde wijzen, bleef hij echter in betrekking tot hen, in wier midden hij was opgeleid, en door wie hij uitgezonden was, om het Evangelie van Gods genade den Heidenen aan te kondigen. Wie met belangstelling van het werk der zending kennis namen, volgden hem op zijnen moeitevollen weg. En toen hij, als eene verschijning uit eene vreemde wereld, Europa doortrok, en zich ook in ons Vaderland, nu hier dan daar vertoonde, was het, alsof een gloed van boven de geesten doorstroomde. Een nieuw leven werd opgewekt, alsof een Apostel uit den dageraad der Christelijke Kerk zich had doen hooren. Het is zoo, er waren er, die hem van ter zijde aanstaarden, zoo als eenige Jerusalemsche broeders 't paulus deden, toen hij van zijne togten onder de Heidenen terugkwam; hel is zoo,

[p. 675]

dat hij zijne eigenaardigheden en gebreken had, maar 't waren dezulke, die bijkans onafscheidbaar zijn van zoo hooge gaven en edele hoedanigheden, als waarmede God hem boven velen had toegerust. Hij was een man, die, gelijk paulus, den moed had zijnen weg te vervolgen onder goed en kwaad gerucht. Hij stond op eene hoogte, die het weinigen gegeven is te bereiken; maar God heeft hem weggenomen, en op deze aarde leeft hij nog slechts voort in zijn werk, en bij hen die dit werk op den waren prijs weten te schatten.

De Heer voorhoeve heeft een geurig offer te zijner eere op het altaar der herinnering ontstoken. De laatste uren van den vereeuwigden dienstknecht des Heeren zijn roerend geschetst. Aldus beginnende, won de Spreker te gelijk het hart zijner hoorders en stemde hen tot aandacht om te vernemen, hoe in de woorden en in de daden van gützlaff zijn geloof zich openbaart; voor welke hinderpalen 't niet terug deinsde, en welke zegepralen 't behalen mogt. Voortreffelijk heeft de Redenaar zich van zijne taak gekweten. De redevoering, eenvoudig, hartelijk, ongekunsteld, van al de warmte des Christelijken levens en van al den gloed des geloofs doordrongen, is der zake waardig, in wier belang zij werd uitgesproken. Wie haar koopt, kan er zegen uit voor zichzelven verwachten, en sticht tevens iets goeds met de penningen die hij er voor betaalt.

h.

j.h.s.