Een gerucht. Roman, naar het Zweedsch van Emilie Flygare-Carlèn. Uit het oorspronkelijke vertaald door Mr. C.J. Zweerts. III Deelen. Gedrukt en uitgegeven te Amsterdam, bij M.H. Binger en Zonen. 1851. In gr. 8vo. 430, 438, 454 bl. f 12-50.
Een roman van 1300 bladzijden moet met talent geschreven zijn, om den roem des Auteurs staande, en een publiek dat vlugtig leest en altijd wat nieuws verlangt, bezig te houden. De begaafde Schrijfster heeft haar eigen trant en toon, die vooral in de eerste helft van het eerste Deel sterk uitkomen, en aangename, zelfs treffende indrukken maken. Ook hare Natuur- en plaatsbeschrijvingen zijn schoon, en klimmen soms tot het verhevene. De fabel van dezen roman rust vooral op de twee hoofdkarakters van philip thurné en lilia sorenius. Een huwelijk gesproten uit wezenlijke, diepe genegenheid, maar aangegaan onder den invloed van overspannen verbeelding, en ontbonden om een misverstand; gelijk meermalen de teederste neiging wordt opgeofferd aan een luim, het geluk vernietigd om een gril, het leven verbitterd door de eenvoudige reden, dat het waarachtig en niet genoeg gewaardeerd gezegde van onzen Vader cats: ‘na de trouw, vreyt de vrouw’ verkeerd wordt toegepast of geheel uit het oog wordt verloren. De karakters, hier in menigte voorgesteld, hebben allen iets eigenaardigs en opmerkelijks, zonder daarom te zwemen naar de afschuwelijke wezens, met welke sue, dumas en anderen den lezer schokken en met ijzing vervullen. Wij willen niet zeggen, dat in het werkelijke leven zulke