De Reis des levens. Vrij naar het Engelsch, van Catherine Singlair, door S.W. Moulyn. Te Utrecht, bij Kemink en Zoon. 1850. In 12mo. 584 bl. f 2-50.
Niet onbekend bij onze landgenooten is catherine sinclair, de Schrijfster van ‘Jane Bouverie’ enz. Het geschrift, de Reis des levens genoemd, werd door haar in droevige levensomstandigheden opgesteld, en bestemd om ook voor anderen, die met haar behoefte aan dezelfde bemoediging gevoelden, eene troostbron te openen. Het beleefde in Engeland reeds een derden en vierden druk, binnen het korte tijdsbestek van weinige jaren. Er is, volgens den Vertaler, dien wij niet dan bij name kennen, een schat van nuttige leeringen in vervat, gestaafd door wetenswaardige voorbeelden, toegewijd aan de Christenheid in het algemeen en aan de lijdende Christenen in het bijzonder. Hij heeft zich, bij de overbrenging in onze taal, hier en daar eene geringe afwijking van het oorspronkelijke, benevens eenige bijvoegingen, veroorloofd, meerendeels met betrekking tot de tusschen het werk ingelaschte dichtregelen. Wij meenen, dat zijn arbeid gelukkig geslaagd mag heeten, en danken hem voor de uitgave. Wij zijn echter met den inhoud van dit werk minder onvoorwaardelijk ingenomen dan hij. Het komt ons voor, met de meeste prakticale geschriften van Engelschen oorsprong het gebrek van noodelooze uitvoerigheid en langdradigheid gemeen te hebben. Ook is de opvatting der Christelijke waarheid, die daarbij ten grondslag ligt, tamelijk vulgair en soms een weinig eenzijdig. En aan helderheid van voorstelling en kracht van betoog ontbreekt het soms meer of minder. Maar