Zulke kindertjes heeft de Heer lief. Zedelijke verhaaltjes en vertellingen enz. Met gekleurde plaatjes. Te Amsterdam, bij G.W. Tielkemeijer. In post 8vo. 101 bl. f :-90.
Men vindt hier vijftien kleine verhalen met aardige plaatjes. De vertellingen zijn voor kinderen zeer wèl geschikt. Zij dalen af tot hunnen leeftijd zonder te beuzelen, en leeren hen, zonder zaken aan te roeren die boven hunne jaren zijn. De strekking van het werkje wordt in 't Voorberigt aangewezen, dat aan de ouders en niet aan de kleinen is gerigt, hetgeen wij minder goedvinden, maar dáárom ten deele overnemen, opdat elk zelf kunne oordeelen.
‘Zeker’ - zegt de Schrijver - ‘is het de wensch van alle ouders, hunne kinderen, te gelijk met den ligchamelijken wasdom, in - godsvrucht en deugd te zien toenemen.’ - ‘Het is God, die ook hier den wasdom geven moet.’ - ‘Maar ons is het ten taak gesteld het goede zaad vroegtijdig in het nog buigzaam kinderlijk hart uit te strooijen, en met zorg het onkruid uit te wieden, dat tusschen de tarwe opschiet. Indien (Als) wij die taak met getrouwheid en een biddend opzien tot den Heer vervullen, dan ook mogen wij daarbij op Zijnen besten zegen hopen.’ - ‘Gelijk kwade voorbeelden goede zeden bederven, zoo zullen ook goede voorbeelden gunstig op de verhetering en veredeling dier zeden werken. Met dat inzigt, Ouders! bieden wij u, voor uw geliefd kroost, eenige verhaaltjes aan van zulke kindertjes, die de deugd in hare verschillende vormen bemind hebben.’ - ‘Wij zaaijen, begiet gijlieden; den wasdom verwachten en bidden wij van God.’ - Men ziet, er is een vrome, goede geest in, en het werkje verdient daarom alle aanbeveling; wij bevelen echter ook den gemoedelijken Schrijver aan, zich vlijtig toe te leggen op den eenvoudigen kinderlijken stijl.