makers geheel in 't onzekere. Het is wel niet vreemd dat zelfs voorname dichters hunne verzen, eer zij gedrukt worden, aan andere ervaren dichters en prozaschrijvers laten zien, en van hunne aanmerkingen gebruik maken, om de verzen te verbeteren; maar dat verbeteren zal wel niemand aan een ander overlaten. 't Beschaven is zulk eene kleinigheid niet. Gelijk de gedachte en hare uitstorting de hoofdzaak is bij dichters van den eersten rang; zoo is bij dichters van minderen rang de vorm en diens beschaving de hoofdzaak. Er is geen pruldicht, dat onder de beschavende hand van een kunstkeurig en geduldig poëet, niet dragelijk, niet goed, zelfs niet fraai kan worden; maar als 't die herschepping heeft ondergaan, is 't niet meer het werk van den onërvarene, die 't schreef; maar van den ervarene, die 't verbeterde. Wij zullen dáárom alleen maar zeggen, dat de gedichten hier aangeboden over 't algemeen zangerig zijn; niet minder aangenaam lezen dan die uit menige andere verzameling; van vernuft, oordeel en gevoel getuigen, en, in zoo ver zij aldus uit het hart en hoofd van berghuis-zelven zijn gevloeid, een gunstigen aanleg verraden, die zijnen bezitter misschien beroemd had kunnen maken, indien zijn gezegde: ‘Hoe zal de arme zich bekwamen!’ geene waarheid behelsde.
Gelijk berghuis door mannen van de kunst tot het uitgeven van dezen bundel is aangespoord, zoo - met het waarschijnlijke doel er van voor oogen - sporen wij onze lezers en de leesgezelschappen aan, om dien te koopen. Aan verscheidenheid, die nu eens een glimlach dan eens een traan ontlokt, ontbreekt 't niet. Hij bevat verhalen, romancen, bespiegelingen, liederen, puntdichten, spreuken en wat niet al meer, doorgaans in gevoeligen toon, fiksch en niet zelden kernig. Wie het boekje koopt zal, gelooven wij, goed doen. Tot eene proeve van den versbouw sta hier de aanhef van ‘Grietje's Achttiende Verjaardag:
Wanneer mij een dichter van 't roosje vertelt,
Als 't puikje van 't bloemperk, en 't kroontje van 't veld,