afleveringen door den druk bekend te maken. Het leerstuk der gezwellen ziet, wat hare histologische ontwikkeling betreft, voornamelijk van het microscoop hare wetenschappelijke oplossing meer en meer te gemoet, en dagelijks wordt op dit veld eene nieuwe ontdekking gedaan, die als een eigendom der geneeskundige wetenschap aan de kennis van hare beoefenaren niet mag worden onthouden. De bekendmaking van zulke ontdekkingen vereischt dan te meer spoed, wanneer de Schrijver-zelf, gelijk de werkzame en verdienstelijke Dr. schrant, aan die oorspronkelijke werkzaamheden een ijverig deel neemt. Dáárom willen ook wij met de aankondiging dezer Verhandeling niet wachten, tot de derde of laatste Aflevering, hoezeer ook de belangrijkste, het licht zal zien. Ons verslag zal voorloopig alleen strekken, om de aandacht van de Genees- en Heelkundigen op deze belangrijke monographie te vestigen, ten einde in het belang der wetenschap en kunst hare verspreiding onder de geneeskunst-oefenaren te bevorderen. Haar inhoud toch bepaalt zich niet enkel tot het ontleed-, natuuren ziektekundig onderzoek der goed- en kwaadaardige gezwellen, maar tevens tot de toepassing, die daaruit voor de genees- en heelkundige behandeling is af te leiden.
In eene Inleiding, b. 1-16, wordt gesproken over het begrip van het woord gezwel, voorts over de meest gepaste verdeeling, waarbij het histologisch element voornamelijk op den voorgrond is gesteld; verder over het verschil tusschen een goed- en kwaadaardig gezwel, met opgave van de orde, in welke de Schrijver alle deze behandelen zal, namelijk: bloedgezwellen, vezelstof-, pigment-, vezel-, vaat-, kraakbeen-, been-, vet-, en epithetium-gezwellen, waaronder ook het colloed behoort, gezwellen, wier beschouwing in deze twee Afleveringen ten einde loopt. Volgens de hier bepaalde orde zal de derde Aflevering, behalve de beschrijving der wei- en beursgezwellen en het aloeolaire weefsel, het hoofdstuk bevatten over den veelvormigen kanker, dien, even als de tuberkels