Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1852
(1852)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 198]
| |
titel voor dit Godsdienstige huisboek. Wij hebben ons aan dit Derde Deel niet minder verkwikt dan aan de vorige deelen. De bundel bevat twee-en-veertig Hoofdstukken, van welke geene enkele als misplaatst kan worden beschouwd. Zij onderscheiden zich door eenvoudigheid en kracht, door diep ingrijpen in het gemoed, en door kortheid, die het gemakkelijk en mogelijk maakt, dat ook in een bedrijvig gezin een. Hoofdstuk achtereen kan worden uitgelezen. Met een menschkundigen en dichterlijken blik beschouwt de waardige beets onderscheidene Bijbelsche tafereelen, zoo als: de toebrenging van den hoofdman cornelius, den eersten heiden, die door den waterdoop in de Gemeente des Heeren werd ingeleid; - de vervolging van jezus vrienden door Koning herodes agrippa, en zijn dierlijk uitëinde; - de Evangelieprediking te Filippi. Voortreffelijk is het paradijs-tafereel geteekend: de mensch begaafd met het beeld van den Schepper, doch het wegwerpende in den stroom der zonde, omdat hij zich-zelven voor het origineel in plaats van voor de kopij aanziet. Wij roemen de gelukkige lakt van den Heer beets in de keuze der stukken. Gepaste afwisseling voorkomt elken zweem van eentoonigheid. Men wordt telkens verrast, beter met zich-zelven bekend, en indien ook niet met zijn eigen hart, dan toch met God en Dien dien Hij gezonden heeft nader bevriend. Dit is de hoofdverdienste van een werk, dat men er niet alleen wijzer door wordt, maar ook zich er beter bij gevoelt. |
|