en het Zuiden hebben doorgevlogen, en ‘den indruk, welken zulk eene oppervlakkige beschouwing op hen maakte, en op iederen beschaafden mensch maken moest’, voortreffelijk wisten af te malen; hoe anderen zich, in eenen beperkten kring, bewogen en ‘naar waarheid schilderden, wat hen, gedurende hun verblijf onder de oogen kwam.’ Op die wijze verkrijgt men ‘aanprijzingen en loftuitingen, die niet onverdiend zijn’, maar die evenwel niet de geheele waarheid behelzen. Men vindt onder de Schrijvers ‘republikeinsche enthusiasten’, en ook ‘menschen, die zich in Amerika bitter bedrogen hebben.’ - ‘Beschrijft men’ - lezen wij in die beschouwing verder - ‘alleen de schaduwzijde van den een of anderen toestand, dan is het gemakkelijk, om, zonder eene onwaarheid te zeggen, eene hel te schilderen; beschrijft men alleen de lichtpunten, en laat men de schaduwzijde weg, dan verschijnt dezelfde toestand, als van een bovennatuurlijken glans omgeven, en ook hier kan de schilder op feiten wijzen, die hem voor iedere beschuldiging, van eenen groven leugen gezegd te hebben, vrijwaren.’
Aan het laatste heeft de Schrijver der Schetsen zich geenszins schuldig gemaakt, zoodat niemand bij zijne komst in Noord-Amerika hem zal vloeken, als waren de rampen, die hij er te gemoet gaat, aan zijne verkeerde raadgevingen toe te schrijven. Veronderstellen wij eens, dat hij enkel de schaduwzijde heeft voorgesteld; welnu, dan is het gevolg daarvan, dat menigeen, in plaats van zijn vaderland te verlaten, in zijnen tegenwoordigen toestand met tevredenheid zich schikt, en te huis blijft. - Zou de Schrijver daaraan wel veel misdreven hebben? Evenwel het is zoo niet. Het is er verre af, dat hij de landverhuizing onvoorwaardelijk zou afkeuren. Maar hij geeft goeden raad, en daaronder behoort die op bl. 2: ‘Voor ieder beroep kan men als eersten grondregel aanraden, dat men een vol jaar na de overkomst moet besteden, om gedurende dezen tijd, zoo veel mogelijk bedaard en zonder vooroordeelen, den toestand der Amerikaansche Maatschappij gade te slaan.’ - Wie zal dien raad wraken?