Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1852
(1852)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 101]
| |
levendigd, door zijnen achter-kleinzoon F.C. Hinlópen, Predikant te Haarlem. Te Haarlem, bij A.C. Kruseman. 1851. In gr. 8vo. VIII en 32 bl. f :-40.Deze gelegenheidsleerrede van ‘vader hinlópen’ (ofschoon, voegt Ref. er bij, tweemalen gedrukt) was niet zoo algemeen bekend als de overige schriften des voortreffelijken Evangeliedienaars. Zij verdiende echter het ook nog in en voor onze dagen te zijn. De Eerw. achterkleinzoon deed dus wèl, haar na eene halve eeuw op nieuw uit te geven. Dat is geschied zonder verandering in taal of spelling. Wij willen, niet geheel, maar voor een gedeelte, ook ter aankondiging herdrukken, wat in der tijd ons TijdschriftGa naar voetnoot(⋆) van deze feestrede gezegd heeft: ‘Op de voorafspraak en het gebed volgt de Leerrede, naar de woorden, Hebr. xiii: 8: “Jezus christus is gisteren en heden dezelfde, en in der eeuwigheid”; of, gelijk volgens des Redenaars gevoelen, deeze woorden beter zouden vertaald worden: “Jezus christus was gisteren en heden dezelfde, en zal dat in eeuwigheid zijn.” De volgende leeringen worden uit deeze woorden afgeleid: “Jezus christus moet de inhoud van de leer der voorgangeren wezen; - wij moeten Hem, die dezelfde is, niet willen veranderen; - wij moeten naar Hem veranderd worden; - en in alle smartelijke veranderingen, ons daarmede troosten, dat Hij dezelfde is en blijft.” In de bewerking van deeze leeringen geeft vader hinlópen rekenschap van de wijze, op welke hij zich van zijnen post heeft gekweeten, alles met dien gemoedelijken ernst, die ongemaaktheid, welke van zuivere opregtheid des harten inwendige blijkbaarheid vertoont. Des wij niet twijfelen, of allen, welke den mondelingen voordragt, zekerlijk niet zonder aandoening, hoorden, zullen in eene herhaalde leezing zich van nieuws verlustigen.’ |
|