Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1852
(1852)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 102]
| |
Waar is ellende, waar heil op aarde bij menschen en volken? Beantwoord door berigten van een' ooggetuige. Feestrede, gehouden in de Hervormde Kerk te 's Hertogenbosch, den 13 Junij 1851, op de feestelijke bijeenkomst van Bestuurders, Leden en belangstellenden der Zendings-Afdeeling aldaar, door L.J. van Rhijn. Te 's Hertogenbosch, bij Gebr. Muller. 1851. In gr. 8vo. 32 bl. f :-30.Ga naar voetnoot(⋆)
| |
[pagina 103]
| |
onze aanprijzing, nog wel zullen lezen. En aanprijzing verdient inderdaad het met warmte geschreven stuk, ook al stemt men niet in met alles en bepaaldelijk niet met hetgeen van rhijn bladz. 27 heeft ter neder gesteld. Het slot der rede moet juist te 's Hertogenbosch eenen bijzonderen indruk gemaakt hebben, gelijk de schilderachtige inleiding wèl geschikt is om de aandacht te spanneu en de belangstelling in te nemen. De toespraak van van oósterzee heeft den vorm eener leerrede, over matth. xv: 21-28. Zij beschouwt de Heidenwereld als staande tegenover den Heer, met eene diepe ellende, met een ontwakend verlangen, met eene bescheidene vraag, - en den Heer, als staande tegenover de Heidenwereld, met een mond die lang kan zwijgen, met een hart dat niet kan veranderen, met eene hand die alles kan schenken. Puntigheid zal niemand aan deze schets ontzeggen; het geheele stuk zal met wèl verdiende belangstelling gehoord zijn, ook al vindt men met ons hier en daar de tegenstellingen en spraakwendingen eenigzins gekunsteld, of de herinnering van den dag der bijeenkomst (6 Aug. - in de Roomsche Kerk aan de herinnering van 's Heilands verheerlijking op den berg gewijd) niet zeer ongezocht. Gods zegen ruste op alles wat gedaan, gesproken, geschreven en gelezen wordt ter opwekking van belangstelling in de uitbreiding van het Koningrijk Gods! |
|