uit het slot van eene door den Heer da costa, zoo het schijnt, geïmproviseerde redevoering, dat wij hier laten volgen:
‘Ten slotte’ - zeide de Spreker - ‘nog een enkel woord betreffende een nieuw systeem van spelling, in het algemeen: het systeem van den Heer alberdingk thijm.
Hoe meer ik daarover nadenk hoe stouter ik het vind. Het is een stout systeem, en ik ben wellicht op het punt het en principe aan te nemen.
In het eerst heb ik er van geschrikt, werkelijk geschrikt; al mijne sympathiën kwamen er tegen op, en nogtans zou ik er mij vroeg of laat toe kunnen converteren, (dat woord zal ik dan met eene k moeten schrijven).
Doch toen ik zijn programma voor het eerst zag, heb ik geschrikt, zeide ik. Want de man is stout; hij durft wat, die het woord couvert niet couvert, maar koevert schrijft. Het is stout niet waar? maar het is consequent tevens.’
De toon dier improvisatie zou nog kunnen doen twijfelen of de Heer da costa hier wel in goeden ernst gesproken hebbe; maar 't geen er in zijne rede volgt, schijnt allen twijfel weg te nemen.
Wij voor ons zouden liever met Dr. callenfels de bastaardwoorden geweerd, dan dat systeem van spelling algemeen aangenomen zien; maar wie 't berispt moet toch ook niet vergeten, dát het een systeem is, en dat de Heer alberdingk thijm de gronden er van heeft geopenhaard in eene uitvoerige Verhandeling Over de spelling van de Bastaardwoorden in 't Nederduitsch, te Amsterdam, hij nayler en co., in 1843 uitgegeven. Ook wij kunnen met koevert, koerant, mensie maken, inkarneren enz. enz., dat de Heer da costa stout vindt, en op het punt staat goed te vinden, ons niet vereenigen; maar die gronden zijn daarmede nog niet wederlegd, en als wij van de bastaardwoorden-zelve niet kunnen ontslagen worden, wenschen we, dáárom te méér met den Heer da costa, dat er over de zaak der spelling ernstig worde nagedacht, en dat vooral zij een punt van beraadslaging tus-