Rust na beweging.
Van bilderdijk wordt verhaald, dat hij aan de letter r bij den aanvang der woorden de beteekenis van beweging, en wel van onrustige en gedruischmakende beweging toegekend wilde hebben: gelijk deze bewering bevestigd kan worden door de woorden: razen, rijden, roepen, ruischen, en evenzoo door de woorden: bruisen, druischen, trommel, en vele andere. Eens werd hem, tot bestrijding van zijne meening, het woord rust voorgeworpen, omdat daarmede geene beweging en nog minder gedruisch, maar het tegendeel daarvan, stilte, aangeduid wordt. Zoo vernuftig als gelukkig keerde hij de bedenking om tot een bewijs, door op te merken, dat juist aan die stilte altijd beweging voorafging: ‘want,’ zeide hij, ‘niet iedere stilte, maar alleen die op beweging volgt, wordt rust genoemd; en juist dit ligt in het woord: eerst beweging en daarna stilte: hoort slechts rru....st.’
In een verdienstelijk opstel werd onlangs deze bijzonderheid, maar op andere wijze, vermeld. Daaruit is de wensch ontstaan, om de hier opgegevene andere lezing, en die in ieder geval meerdere waarschijnlijkheid heeft, in herinnering te brengen; vooral omdat daarin eene be-