men er verzamelingen van, en de graagte waarmede die ontvangen werden, bewees genoegzaam, dat de verzamelaars een nuttig werk hadden verrigt. Ons bestek gedoogt niet dat wij een overzigt van die verzamelingen geven. Genoeg zij hier de betuiging, dat wij ons over haar bestaan verblijden, en de goede ontvangt welke er over het algemeen aan ten deele valt als een verheugend teeken des tijds beschouwen. Naast de verzamelingen, welke het publiek uit jean paul, herder von haller en vele anderen in den laatsten tijd ontvangen heeft, beslaat het nu aangekondigde bundeltje eene waardige plaats. De spreuken zijn getrokken uit de werken van den zoo onvermoeid werkzamen Engelschen Godgeleerde mattheus henry, die vooral door zijne voortreffelijke bijbelvertaling een grooten naam heeft verworven. Zij behelzen echt godsdienstigen zin, zeer krachtige opwekkingen tot het goede, en treffende troostgronden. Men vindt er belangrijke opmerkingen over belangrijke zaken. De onderwerpen doen dat terstond zien. Zij betreffen: Berouw, Bijbel, Dienst, Dood, Gebed, Gedachten, Gehoorzaamheid, Geloof, Geluk, God, Godsdienst, Grootheid, Heiligheid, Hemel, Hoop, Kennis, Leeraren, Liefde, Lof, Mildadigheid, Nederigheid, Opregtheid, Pligt, Rampen, Tevredenheid, Voorspoed, Voorzienigheid, Wegen Gods, Zonde, Mengelingen. Een bladwijzer echter waar die onderwerpen te vinden zijn, zou niet overtollig zijn
geweest. Terwijl wij dit werkje als een gulden boekske vele lezers wenschen, opdat zijn inhoud in veler harten kome, doet het ons nogtans leed, dat men zoo ijverig is in het zoeken van zulke edelgesteenten in den vreemde, terwijl die van onze eigene Schrijvers onbekend blijven. Een zoodanige verzameling uit onze Vaderlandsche Schrijvers van vroegeren en lateren tijd zou gewis niet minder welkom zijn bij het nadenkend gedeelte van ons lezend publiek.
†-.