roepstem tot het gezond verstand, waarvan het thema ons voorkomt onjuist te zijn uitgedrukt, en de ontwikkeling aan oppervlakkigheid schijnt te lijden. Ook met de tweede, naar 2 joh. 9-11, over het groot nadeel elker afwijking van het Evangelie, zijn wij niet hoog ingenomen; omdat de afwijkingen-zelven, waar tegen gewaarschuwd wordt, niet scherp en veelzijdig genoeg geteekend zijn, zoo wij meenen. Beter beviel ons de derde, die, naar matth. vii:14, handelt over de enge poort en den naauwen weg, die ten leven leidt, ofschoon zij welligt meer in het leven moest ingrijpen; en de vierde, waar de zaligsprekingen, matth. v:3-12, beschouwd worden als schets van het geestelijk leven. Maar vooral staan de beide laatste hooger bij ons aangeschreven. Die over matth. xx:16b, velen zijn geroepen, weinigen uitverkorenen, is inderdaad zeer goed; en de laatste, die, naar matth. v:14b, de bestemming des Christens, om zich te doen kennen, voorstelt, mag zelfs vernuftig van vinding heeten; al mogt men ook meenen, dat er aan de ontwikkeling van de beeldspraak, die in den tekst voorkomt, te groote ruimte is afgestaan. Het beeld wordt, namelijk, eerst opgehelderd. Eene stad, boven op een' berg liggende, kan niet verborgen zijn, wegens de hoogte, waarop zij gelegen is, hare sterkte en uitlokkelijkheid. Daarna wordt de zaak, door dat beeld aangeduid, ontwikkeld. De Christen doet zich kennen aan de wereld in verhevenheid van karakter, in vastheid van beginsel, in ware beminnelijkheid. En
eindelijk wordt den Christenen toegeroepen: hebt van deze uwe bestemming bewustheid! Toetst u aan deze roeping! Beantwoordt er aan!
Meer hebben wij omtrent deze Evangelie-redenen, om ze te doen kennen, niet in het midden te brengen. Wij wenschen van harte, dat zij eenig duurzaam nut verspreiden mogen. En begeert de Eerw. thoden van velzen, die, zoo wij meenen, nog werkzaam is op de Bergumerheide, in meer uitgebreiden kring, dan zijne standplaats hem opent, voor de zaak van Gods Koningrijk te arbeiden, wij hebben regt, om van zijne bekwame hand, in vervolg van tijd, nog iets meer en iets