Twee Leerredenen, ten voordeele der Heidebewoners van Varsseveld. Door B.J. Westerbeek van Eerten. Te Doesborgh, bij A. Mongers en Zoon. 1851. In gr. 8vo. 41 bl. f :-50.
Leerredenen, die het doel der uitgave zóó duidelijk aan het voorhoofd dragen als deze, zijn daardoor meer of minder gewaarborgd tegen het gevaar eener ongunstige beoordeeling. Niet, dat het doel alleen de uitgave zou wettigen; maar wie wil, bij zulk eene uitgave als gestrenge censor optreden en de roede des oordeels zwaaijen? Wij althans doen hier afstand van ons regt, en berigten alleen, dat de eerste leerrede handelt over Gods leiding met den mensch, volgens Gen. xxviii:10-22, en de tweede over de bede van den Heer aan zijn volk, luk. xix:52. Waarom juist déze leerredenen zijn uitgekozen, wordt ons niet gezegd. Wij lazen die overigens met stichting en wenschen hartelijk, dat er hier en daar iets goeds door moge worden bevorderd. Vroeg de Heer van eerten meer bepaaldelijk ons oordeel over zijn uitgegeven kanselwerk, wij zouden, met het oog op zijne gemeente en vooral op de heidebewoners, ten wier behoeve de uitgave geschied is, hem bescheidenlijk antwoorden, dat eenige meerdere eenvoudigheid van voorstelling en bestemdheid van uitdrukking ons wenschelijk voorkomt. Misschien zouden wij er in een vertrouwelijk gesprek nog wel meer bijvoegen, dat wij thans terughouden, om niet met ons-zelven in tegenspraak te komen.