Hoe men dit werkje met vrucht kan gebruiken, kunnen wij niet beter uitdrukken dan met de woorden van den Heer berghege-zelven, die het met een paar voorbeelden aanwijst.
‘1 Januarij. Ps. xc:12. Wat beteekent het zijne dagen te tellen? - Waarom is dat zoo nuttig? - Zou dit vooral op Nieuwjaardag zijn aan te prijzen?
Voorb. luk. xii:16-21. (vooraf nalezen) Verhaal mij van dat voorbeeld eens den inhoud? - Bezat die man geen wijs hart? - Wat was er dan wel verkeerds in zijn gedrag? - Hoe kan dat voorbeeld u leeren om uwe dagen te tellen? - Weet gij ook een voorbeeld bij te brengen van iemand, die zijne dagen telde, om er een wijs gebruik van te maken? 2 sam. xix:31-37. - Ook van iemand die dat niet deed? luk. xvi:19. - Weet gij ter aanprijzing van dat tellen, ook voorbeelden bij te brengen van menschen, die zeer onverwachts stierven? Lev. x:1, 2. 2 sam. xviii:9-15. Job i:18, 19. marc. vi:27 enz.
‘8 Maart. 2 Tim. iii:15. Wat is eene gedaante van godzaligheid? - Wat is de kracht daarvan te verloochenen?
Voorb. joh. xii:1-8. (nalezen) Kunt gij uit dit voorbeeld wel aanwijzen, dat hier eene gedaante en niet eene kracht van godzaligheid was? - Hebt gij ook nog andere voorbeelden? 1 sam. xv:13-22. Luk. xviii:9-12. Hand. iv:1-10.’ enz.
Ziedaar den aard en de strekking van dit werkje; een wezenlijk huisboekje, dat men bij zich kan dragen, en tot verpozing van den arbeid, even als den Bijbelschen Almanak, kan inzien. Menig huisvader, wiens beroep hem verhindert in het morgenuur eene uitvoerige voorlezing uit Gods woord te houden, zal nut stichten met dit handboekje dagelijks te gebruiken. Wij bevelen het daartoe aan, en kunnen zeer wel begrijpen, dat reeds een derde druk het licht ziet. Wij wenschen er den waardigen Verzamelaar geluk mede, die toont te weten, dat het zaad van Gods woord niet vruchteloos wordt uitgestrooid.