de grensscheidingen der Provinciën, arrondissementen en kantons; de zandbanken, waarop met laag water 15-25 palmen diepte blijft; de zandbanken, waarop met gewoon laag water minder dan 15 palmen diepte gevonden wordt; de zandbanken, die met gewoon laag water droog vallen; en ten laatsten opgave van de diepte der havens aan de Zuiderzee gelegen, niet enkel in Noord-Holland, maar langs de geheele Zuiderzee.
Uit alle die opgaven kan blijken, dat de ontwerper en teekenaar geene moeiten heeft geschroomd, om zijn Atlas zoo bruikbaar mogelijk te maken. Zonder feilen is hij niet, en het laat zich echter begrijpen, dat, bij de verscheidenheid van teekens, welke voor de menigte opgaven vereischt worden, die teekens hier en daar wel wat te wenschen zullen laten. Dit is vooral het geval met de grensscheidingen, ook ten opzigte van de steden, vlekken en dorpen. Evenwel zijn die gebreken niet van overwegenden aard en kunnen zij aan de eigenlijke bruikbaarheid van het werk weinig hinder doen. De Atlas is alle aanbeveling waardig, zoo tot studie, als voor hen, die slechts iets wil nazien. De namen van gehuchten en buurten zijn, over het algemeen, kleiner, dan naar de schaal der kaart, noodzakelijk was, maar de letters zijn helder en zuiver gehouden. Tot ons leedwezen moeten wij eene meer wezenlijke aanmerking maken op de eerste en op de laatste kaart. - De generale kaart van het Koningrijk der Nederlanden is nog vervaardigd ‘onder toezigt van j. van wijk, roelandszoon.’ Men zoekt er dus de indijking van de Waard- en Groet-gronden en van de Anna-Paulowna-Polder te vergeefs; - en de Nederlandsche Bezittingen buiten Europa zijn niet goed voorgesteld; er ontbreekt naauwkeurigheid aan. Zou ook die laatste kaart van den Heer jaeger zijn? Wij twijfelen. - Overigens verhindert dit niet, dat, ten opzigte der verschillende Provinciën des Rijks, deze Atlas eene hooge mate van bruikbaarheid en doelmatigheid in zich vereenigt. Moge de uitgever voor zijne fraaije uitvoering door een ruim debiet worden schadeloos gesteld.