Schetsen uit het natuurleven. Een leesboek voor scholen. Naar het Hoogduitsch, door B. Brugsma. Tweede, herziene druk. Te Groningen, bij J.B. Wolters. 1850. In kl. 8vo. 104 bl. f :-27½.
Gewone schoolboeken, als zij goed zijn, hebben een groot en verslindend publiek, en het is dus niets vreemds, wanneer zij herdrukt worden; maar deze Schetsen maken eene uitzondering. De Schrijver zegt, dat hij die in het licht heeft gegeven, wijl men in alle standen, meer en meer gevoelt, dat de Natuur de eerste en grootste leermeesteres der kinderen moet zijn. Dit laatste is waarheid. De Natuur vertoont den Schepper in al Zijne grootheid, magt en liefde; zij is de rijkste bron der kennis van God. Wie de Natuur kent, kent den Maker, en wie het doel harer krachten, werking en uitkomsten naspoort, leert er het doel van zijn eigen bestaan uit kennen, en ziet in, dat de deugd bestaat in dankbaarheid, zich openbarende in liefde tot, en 't getrouw volbrengen der geboden van Hem, uit wieus eenige liefde alles is voortgekomen. De Natuur leert den mensch ook op zich-zelven te zien; heeft hij eenmaal haar streven doorgrond, dan is hem ook het streven in zijn binnenste helder; en komt hij tot de overtuiging, dat zij haar streven bereikt, dan weet hij tevens, dat ook het streven in hem een doel zal bereiken, heerlijk en der Eeuwige Liefde waardig. De tweede druk van deze Schetsen in heur Nederduitsch gewaad bewijst eenigermate, dat de Schrijver niet heeft gedwaald in zijn begrip van het levendig wordend besef dier waarheid bij het publiek; inzonderheid bij den Onderwijzersstand; maar dat het gezegde ook in ons Vaderland wordt bevestigd. Wij verheugen ons daarin, en wachten er goede vruchten van: als het onderwijs niet bij deze Schetsen blijft, maar den leerling brengt van kennis tot kennis. Het boekje is overigens in alle opzigten voor het doel geschikt, zoodat wij het volgaarne aanbevelen.
l.h.v.