selen, die noodwendig moesten aantrekken of afstooten. Wie de waarheid lief had, schonk gaarne hèm bijval, die de waarheid in haar gezag herstelde; wie de eer der wereld liever had dan de eer van God, hief kreten aan over oproer en verraad. Zoo is ook nog heden het oordeel over den geloofsheld, die zelfs geene duivelen vreesde, al waren zij zoo talrijk als de pannen op de daken der oude Keizerstad.
De geschriften van luther zijn vele, en bevatten een rijkdom van leering, die bijkans onuitputtelijk genoemd mag worden, en iets eigenaardigs heeft, dat de belangstelling boeit. Velen hebben luther uit die geschriften doen kennen als leeraar, huisvader, Christen en schoolhervormer. De Heer van staveren leidt thans een werkje van een zijner vrienden bij het publiek in, waarin luther op het politieke standpunt wordt voorgesteld.
De Schrijver heeft zijne taak niet ongelukkig volbragt. Luther staat daar weder voor ons, zoo als hij was, en, mogen tijden en omstandigheden veranderd zijn, toch zouden wij wel wenschen, dat regenten en wetgevers het niet beneden zich achteden het advies van den Hervormer in te winnen; die zedig genoeg was, zich niet tot een staatkundig-tinnegieter op te werpen, en zeer goed inzag en uitsprak, wat het hoofdmaxime is van Staats- en Volksgeluk.
Er is nog een ander voordeel dat dit boekje heeft. Het handhaaft, zonder het opzettelijk te bedoelen, luther tegen de onmalsche aantijging, als ware hij een aartsoproermaker geweest, de fakkeldrager van al wat verzet, oproerig en revolutionair kan genoemd worden. Integendeel hij komt conservatief genoeg uit; juist zoo als hij de zege der waarheid, en orde en welstand in Kerk en Staat, alleen en uitsluitend van het woord verwachtte. Zoo iemand, dan verstond de Doctor van Wittenberg de spreuk: ‘Wie het zwaard neemt, zal door het zwaard vergaan.’ Wie deze spreuk in toepassing brengt, kan geen oproerige of een vriend van revolutie zijn.
Wij gunnen dezer brochure een gunstig onthaal.