invloed hebben gehad, en hunne uitwerking op de handelingen en besluiten van Koning lodewijk XVIII gade te slaan.
Het werk is in drie deelen gesplitst, waarvan het eerste een verslag behelst van hetgeen er op het Paleis der Tuileriën plaats greep, en besloten werd op en na het vernemen der ongeloofelijke tijding, dat napoleon het eiland Elba, alwaar hij op den 4 Mei 1814, als souverein de hulde der bevolking had ontvangen, met zijne garde verlaten had, en op den Franschen bodem was geland, en, zegevierend zonder strijd, naar Lyon trok, om vandaar op Parijs aan te rukken.
In het tweede gedeelte wordt eene briefwisseling medegedeeld, welke gevoerd is tusschen Koning lodewijk XVIII en den toenmaligen Hertog van Orléans, en tusschen dezen en den Engelschen Gezant bij het Fransche Hof en andere voorname personen.
Het derde gedeelte, onder den titel van aanhangsel, bevat officiële bescheiden, en eenige aanmerkingen; alsmede een beknopt verhaal van het gebeurde vóór en sedert den 20 Maart 1815, met aanteekeningen, in welke sommige gezegden nader worden toegelicht of gestaafd.
Met een diep gevoel van waarde en innige bewustheid van geene laakbare bedoelingen gekoesterd te hebben, is hetgeen er op de Tuileriën, in Maart 1815, voorviel, opgeteekend. En als wij nu deze bijdrage tot de geschiedenis van dien tijd aandachtig lezen, dan vinden wij daarin nieuwe bewijzen, dat alle lessen der ondervinding waren verloren gegaan voor den bevooroordeelden koninklijken geest, vruchtbaar in 't uitvinden van maatregelen, die alles schenen te eindigen, zonder iets af te doen; terwijl hij gepaste en krachtig inwerkende middelen, om de aanhangers van het gevallen Keizerschap, de voorstanders eener gematigde Monarchie, en de drijvers van vrijheid zonder grenzen te bezadigen, zoo niet te voldoen, verwaarloosde of met hoogheid afwees. Lodewijk XVIII, die bij zijne komst tot den troon, door de dagteekening van zijne regering, de regering van napoleon wilde uitwisschen; die, zoo doende, al dadelijk