Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1851
(1851)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 313]
| |
Voordat wij het Voorberigt gelezen hadden, maakte dit boek op ons een zonderlingen indruk. Het bevat Chronologische tafels van ieder volk afzonderlijk. Het Ethnographisch element komt hier zeer op den voorgrond, terwijl anders in Chronologische tafels het Synchronistische element meer pleegt te voorschijn te treden. Uit het Voorberigt evenwel wordt alles duidelijk. Het boek is bestemd om bij de algemeene geschiedenis van Mr. a.w. engelen gebruikt te worden, en is eigenlijk een Chronologische inhoudsopgaaf van dat werk, die bestemd is, om het dáár gelezene zich gemakkelijker voor den geest terug te roepen. Als zoodanig kan het veel nut doen. De Schrijver zegt in het Voorberigt, dat hij de leerlingen eerst een stuk uit het groote werk laat bestuderen, vervolgens hun deze bladen in handen geeft, om, met behulp daarvan, dat stuk nog eens in het geheel te kunnen overzien en de voornaamste jaartallen zich in het geheugen te prenten, en ze dan de geheele afdeeling laat verhalen. Deze methode kan met zeer goed gevolg worden aangewend, en wij meenen die wel te kunnen aanprijzen. Eene aanmerking evenwel mogen wij niet terughouden. Het boek is, naar ons inzien, te groot. Iets anders is het historicus ex professo te zijn, iets anders benevens zijne andere studie ook de geschiedenis te beoefenen. Wil men van iemand, die slechts het laatste doen moet, van een jong mensch, die nog in het tijdperk is, waarin hij door algemeene studie voor de studie van eenig bepaald vak wordt voorbereid, even grondige kennis van eenig vak vorderen als van iemand, die dit vak tot zijn hoofdvak verkozen heeft; dan moet òf de studie der andere vakken daaronder lijden, òf het jonge mensch wordt door overmaat van inspanning afgebeuld. Hier geldt de spreuk: le mieux est souvent l'ennemi du bien. Wij aarzelen niet te verklaren, dat men tegenwoordig van de kinderen te veel vergt, en hun ijver en krachten verlamt tegen den tijd, waarop zij eerst regt met ijver aan het werk moesten gaan. Dit neemt niet weg, dat wij het voor ons liggende werk aan studenten, die de geschiedenis tot hoofdvak gekozen hebben, allezins kunnen aanbevelen. d.b., jr. |
|