werken niet ter bereiking van het doel harer instelling, maar integendeel datgene bevorderen, waartegen zij een beveiligings-middel zijn moesten. En al is het volkomen waar, wat de Schrijver zegt, dat niet de hoeveelheid der rente of de hoegrootheid der winsten den woeker bewijst, en hoezeer het tevens waar moge zijn, dat de schrikbarende hooge renteheffing dikwerf ter bestrijding en goedmaking van eigene kosten moet worden aangewend, zijn daarmede echter de banken van leening niet ten eenenmale vrijgesproken. Den arme of minvermogende, die 16 à 25 pCt. rente moet betalen, gaat het weinig aan of men dit met den naam van woeker of noodzakelijke administratie-kosten bestempele. Het is voor hem inderdaad woeker.
Daarom, en tot dit besluit komt ook de Schrijver, elke bank heffe zoo vele renten, maar ook niet meer dan genoegzaam is om in hare eigene behoeften te voorzien. Het zal daartoe echter noodig zijn, dat er in de administratie dier instellingen veel vereenvoudigd en bezuinigd worde. Maar hoe nu daartoe te geraken? Naar des Schrijvers overtuiging kan alleen het hooge Landsbestuur de bezuinigingen bewerken, en voortdurend handhaven (bl. 14). In de volgende bladzijden worden de grondslagen kortelijk opgegeven, waarop eene verbeterde inrigting zou moeten rusten. Afschaffing van alle verpachte en particuliere banken - verstrekking van regeringswege der noodige kapitalen aan elke bank - naauwkeurig en streng toezigt, ziedaar de voornaamste. Wij gelooven met den Schrijver, dat op dergelijke wijze de banken van leening veel verbeterd zouden worden, meer en meer aan haar doel zouden beantwoorden, en eindelijk zouden worden wat zij zijn moeten: zuivere instellingen van liefdadigheid.
In een Aanhangsel (bl. 26-50) behandelt de Schrijver nog de inbrengers of inbrengsters bij eene bank van leening, waarbij hij eenige plaatselijke en te zijnent (Alkmaar) bestaande bepalingen opgeeft.
Wij willen gaarne gelooven, dat bij de bank te Alkmaar, door heilzame bepalingen, vele misbruiken ge-