Ems met Wezer, waardoor, in verband met de bestaande rivieren en kanalen, van Friesland af tot Warschau, en verder een binnenlandsche waterweg zou geöpend zijn; 2o. verbinding van de Ems met de Dinkel en verder met Almelo, waardoor ook de Zuiderzee en de Rijn op gelijke wijze met Munsterland en de Duitsche rivieren, in verband zouden worden gebragt, bl. 31-34. Dit alles is voor circa 35 tonnen gouds verkrijgbaar.
Onderscheidene verbeteringen, ten gerijve van den handel, zullen later nog worden aangebragt, bl. 34-36. Ook een vloeijingskanaal, waardoor Zutphensche en Overijsselsche gronden uit de boven-Rijn gedrenkt zouden kunnen worden, en hetgeen aan de kleine scheepvaart en ontginningen dienstbaar kan worden gemaakt, ligt in het plan der Schrijvers, bl. 37, 38. Ten slotte wordt aangetoond, dat kanaal-wegen voor den handel nog voordeeliger zijn dan spoorwegen.
Twee zeer nette kaartjes op één blad toonen, de eene hoe de Rijn door Ems en Wezer met de Elbe kan verbonden worden, de andere (op kleiner schaal) hoe door die verbinding de weg tot en langs de Weichsel zal geöpend zijn.
Wanneer de goede uitkomst der Overijsselsche kanalisatie het vroeger uitgedachte en tot stand gebragte werk van deze beide Schrijvers zal hebben bekroond, vindt men daarin zeker grond om met de wèlverdiende hulde, die reeds nu aan hunne verdiensten is en wordt gebragt, ook verder zich den raad der beide Schrijvers ten nutte te maken, en daardoor tot den bloei van Nederlands handel en land-ontginning bij te dragen.