meermalen onder den verdichten naam van j. van de capelle schreef) ontvingen, ons zoo hoogst aangenaam. Wij beschouwen het als een aandenken aan den beminden doode, en eene aandachtige lezing geeft ons alle reden om het algemeen als uitnemend geslaagd aan te prijzen. Het onderwerp is belangrijk en de behandeling boeijend. Twee historische daadzaken liggen tot grondslag, die op de wereld in het algemeen en op Spanje in het bijzonder eenen onberekenbaren invloed hebben gehad. De vernietiging van het volksbestaan der dappere Mooren in zuidelijk Spanje, en het begin der ontdekking van de nieuwe wereld, welke beide gebeurtenissen in 1492 plaats hadden, komen bij het lezen van den titel: Een laatste koning en een eerste wereldontdekker terstond voor den geest. Het werk is in vier boeken verdeeld, van welke ieder deel er twee bevat. Terwijl het eerste deel bijna geheel aan de historie is gewijd, wordt het romantische voornamelijk in het tweede deel gevonden; daardoor is het eerste deel belangrijker, doch het tweede deel boeijender. Hulde doende aan het talent, waarmede het werk is geschreven, mogen wij evenwel onze aanmerkingen niet weerhouden, en wij deelen die te vrijmoediger mede, omdat de overleden Schrijver-zelf nimmer zijne ooren sloot voor bescheidene kritiek.
Met hooge belangstelling de uitvoerige beschrijving lezende van den strijd der Mooren en Spanjaarden, inzonderheid van de verovering van Malaga en Grenada, hinderde het ons, wanneer wij Spanjes Koning zoo gunstig zagen voorgesteld, terwijl van zijne onregtvaardigheid en wreedheid geene melding wordt gemaakt. Immers de ridderglans, welke ferdinand van Arragon in dien strijd omgaf, wordt ten eenenmale verdonkerd door het wreedaardig vergoten bloed der nijvere Mooren, en de meinëedige handelwijze van dien trouweloozen Vorst, jegens dat ongelukkige volk. Het was eenen koning en ridder onwaardig, het oor te leenen aan de onchristelijke verzekering: ‘dat de Koning zijn woord aan ongeloovigen niet behoefde te houden;’ waardoor duizenden der overwonnelingen aan de uiterste ellende zijn prijs gege-