nederleggen. Men vindt hier eene beeldengalerij van boosheid en bedorvenheid. De Schrijver heeft geene bloemenkransen op de kruinen zijner helden geplaatst; maar die met de doornen gekroond, welke zij òf zelve geplant hebben, òf gedoemd waren te plukken. Hij boezemt liefde noch achting ïn voor de hoofdpersonen, tijdens de omwenteling en in de dagen van het Keizerrijk, beroemd of berucht geworden, en toch schildert hij eene reeks van groote en stoute karakters, die den geest uitdrukken van een grootsch geheel. De Schrijver geeft minder eene doorloopende geschiedenis van napoleons loopbaan, dan wel tafereelen, waarin hij de zeden, den toestand, de meeningen, de grondstellingen en de karakters van dien tijd doet uitkomen. Hij geeft wat hij belooft, en wie de opgave van den inhoud leest, zal dat ook dadelijk erkennen. En de inhoud-zelve? - Met huivering volgt men de tafereelen der omwenteling; met afschuw de heldinnen uit de Vendée en de gruwelen op St. Domingo; met een gevoel dat wel eens aan walging grenst, de verachtelijke kuiperij eener laaghartige staatkunde. Somwijlen vraagt men: of de Schrijver plan heeft de modderpoel der omwenteling nog eenmaal over de wereld uit te storten? De beminnaren van hetgeen aangrijpt en schokt zullen zich in dit werk verlustigen, en zij die in hunne onwetendheid met het Napoleontische tijdvak dweepen, kunnen er door tot nadenken worden gebragt. Het boek is overigens in goeden stijl geschreven, en de druk en verdere uitvoering zijn behagelijk.