vroeg om raad. Von humboldt, toen zestig jaren oud, herinnerde zich de beminnelijkheid der schrijfster als meisje, voelde zich gestreeld door die bekentenis eener liefde, welke reeds meer dan dertig jaren had overleefd, herdacht ook zijne belofte des wederziens, waaraan zij voor haar dierbare uitzigten had verbonden, en betuigde haar, in antwoord, zijnen innigen dank, dat zij hem waardig had gekeurd haar hart en omstandigheden voor hem te ontsluiten (Sic.).
Het gevolg der vernieuwde kennismaking was, dat von humboldt aan charlotte verzocht hem gedurig en geregeld te schrijven, en hem ook eene levensbeschrijving van haar te zenden. Aan dat verzoek voldeed zij.
De brieven van von humboldt zijn antwoorden, reflectiën, teregtwijzingen, uitbreidingen, toelichtingen, commentaria op die levensbeschrijving.
De Hoogduitsche uitgave heeft een vierden druk beleefd, en dat beveelt deze brieven aan; hoewel Ref. den vorm afkeurt om de volgende redenen:
Het gaat den lezer niet aan, of von humboldt in zijn huis is, of in de stad, of op een landgoed; of dat landgoed aan hem of aan zijne vrouw behoort; of hij het geheel of gedeeltelijk bewoont; of hij eenen brief wat vroeger of wat later dan gewoonlijk heeft ontvangen; of een adres op de brieven moet worden gesteld, en allerlei zulke onverschillige dingen meer.
De betuigingen: ik vind het lief en goed, lief en aardig van u; ik ben u dankbaar; gij verveelt mij nooit; ik lees altijd uwe brieven gaarne; ik verlang steeds naar uwe brieven; ik ben zeer bang voor uwe gezondheid en ik stel daarin een levendig belang, en dergelijke, komen zoo herhaaldelijk voor, dat ze, hoe passend misschien, voor een Schmeichelenden Duitscher, en hoe welbehagelijk ook voor eene Dame, die naar het sentimentele overhelt, en gaarne gevleid is, vervelend zijn te lezen en den Hollander mishagen moeten. Die betuigingen en de openstaande vakken, tot welke de brievenvorm hier aanleiding geeft, nemen, dunkt ons, wel 15 à 14 pCt. der bladzij-